3.2[naam eiseres] vordert, na vermeerdering van eis, om:
I.
primair
a. het testament en de notariële volmacht uit 2011 nietig te verklaren, althans te vernietigen;
b. [naam gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 365.000,-, althans € 265.000,- aan de nalatenschap;
c. [naam gedaagde 1] te veroordelen om op straffe van een dwangsom aan [naam eiseres] bankafschriften van een aantal specifieke bankrekeningen vanaf 2010 tot en met datum overlijden erflater te verstrekken;
II
. subsidiair
a. voor recht te verklaren dat de RC-verhouding van [naam gedaagde 1] is;
b. [naam gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 365.000,-, althans € 265.000,- aan de BV, althans aan de nalatenschap;
III
. meer subsidiair
a. [naam gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 365.000,-, althans € 265.000,- aan de nalatenschap althans aan de BV, wegens misbruik van de volmacht, althans krachtens onrechtmatige daad;
IV
. meer meer subsidiair
a. [naam gedaagde 1] te veroordelen tot betaling aan [naam eiseres] van een bedrag van € 16.009,24;
V. voor recht te verklaren dat [naam gedaagde 1] ex artikel 3:194 lid 2 BW zijn aandeel in het appartement van erflater te [land] heeft verbeurd en te bepalen dat het vonnis ex artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de handtekening van [naam gedaagde 1] om het onverdeeld aandeel in het appartement te leveren aan [naam eiseres] ;
VI. [naam gedaagde 2] te veroordelen om aan de nalatenschap, althans aan de BV het aan haar onverschuldigd betaalde bedrag van € 50.000,- terug te betalen en de schenking aan [naam gedaagde 2] van € 100.000,- te vernietigen, met veroordeling van [naam gedaagde 2] om een bedrag van € 150.000,-, althans € 50.000,- terug te betalen aan de nalatenschap althans aan de BV;
VII. de schenking aan [naam gedaagde 2] nietig te verklaren, althans te vernietigen en [naam gedaagde 2] te veroordelen aan de nalatenschap, althans aan de BV een bedrag van € 150.000,-, althans € 100.000,-, althans € 50.000,- te betalen;
en voorts te bepalen dat:
VIII. de waarde van de aandelen Kock en van den Ende BV op € 104.007,89, althans op € 65.629,89 wordt vastgesteld;
IX. de waarde van het appartement te [land] wordt vastgesteld op € 131.906,-, dan wel een deskundige te benoemen om de huidige waarde vast te stellen;
X. de begrafeniskosten van [naam 1] en erflater niet ten laste van de nalatenschap van erflater komen;
XI. de kosten van de accountant niet ten laste van de nalatenschap van erflater komen;
XII. de kosten van de advocaat van erflater niet ten laste van de nalatenschap van erflater komen; en
XIII. [naam gedaagde 1] te veroordelen om op straffe van verbeurte van een dwangsom aan te tonen dat diverse bankrekeningen voor overlijdensdatum erflater zijn opgeheven;
XIV. [naam gedaagde 1] te veroordelen betalingsbewijzen van de gemaakte kosten van het appartement te [land] over te leggen;
XV. te bepalen dat [naam gedaagde 1] de saldi die op de onder XIII bedoelde rekeningen staan, evenals die van de ABN-rekening eindigend op [nummer] verbeurt;
XVI. [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] te veroordelen om ex artikel 843a Rv op straffe van verbeurte van een dwangsom afschriften te verstrekken van al hun lopende rekeningen vanaf 2015;
XVII. [naam gedaagde 1] te veroordelen om 50% van de huur van € 1.770,- per maand vanaf de overlijdensdatum van erflater te voldoen;
XVIII. [naam gedaagde 2] te veroordelen een bedrag van € 100.000,- in de nalatenschap in te brengen.