Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 maart 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats eiseres] , eiseres,
de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] , verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Niet tijdig beslissen
.Nu eiseres ter zitting van 22 oktober 2019 heeft verklaard dat zij de waarde van de onroerende zaak niet langer betwist, is het beroep ongegrond, voor zover dat op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Awb is gericht tegen het bestreden besluit.
Burgerlijk Wetboek (BW) en het arrest van de Hoge Raad van 11 maart 2011,
Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk, voor zover dat gaat over het niet tijdig beslissen op bezwaar;
- verklaart het beroep ongegrond, voor zover dat gaat over het bestreden besluit;
- wijst het verzoek om een dwangsom toe en stelt deze vast op € 1.442,-;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 47,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 656,25.