Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam eiser 2],
[naam eiser 3],
1..De procedure in de hoofdzaak
- het vonnis in het vrijwaringsincident van 10 juli 2019 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- akte vermeerdering van eis van [eisers] ;
- de conclusie van antwoord van ND Security;
- de oproepingsbrieven van de rechtbank van 25 september 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald op 18 december 2019;
- de brief van de rechtbank van 18 oktober 2019 met een zittingsagenda voor de comparitie;
- de fax van de zijde van Interpolis van 5 november 2019 met het verzoek tot voeging ex. artikel 214 Rv in de hoofdzaak;
- het e‑mailbericht van de zijde van [eisers] van 7 november 2019 met het verzoek tot afwijzing van het voegingsverzoek van Interpolis;
- het e‑mailbericht van de rechtbank van 11 november 2019 waarin het verzoek tot voeging van Interpolis in de hoofdzaak is toegewezen;
- de brief van de rechtbank van 14 november 2019 waarbij partijen zijn ingelicht dat de geplande comparitie geen doorgang kan vinden;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring, tevens conclusie van antwoord van Interpolis van 18 december 2019;
- de brief van de rechtbank van 19 december 2019 waarbij partijen zijn geïnformeerd dat de hoofdzaak en de onderhavige vrijwaringszaak tezamen op zitting zullen worden behandeld en de overige aanhangige vrijwaringszaken naar de parkeerrol zullen worden verwezen;
- de conclusie van antwoord in het incident tot oproeping in vrijwaring van [eisers] van 8 januari 2020;
- de oproepingsbrieven van de rechtbank van 22 januari 2020 waarbij een nieuwe datum voor de comparitie van partijen is bepaald op 16 april 2020;
- het e‑mailbericht van de rechtbank van 29 januari 2020 waarbij partijen zijn geïnformeerd dat vonnis in het incident tot vrijwaring van Interpolis zal worden gewezen na de comparitie van partijen;
- de brief van de rechtbank van 24 maart 2020 waarbij partijen zijn ingelicht dat de geplande comparitie geen doorgang kan vinden vanwege de Corona-problematiek en de zaak naar de rol zal worden verwezen voor re- en dupliek;
- de conclusie van repliek, tevens akte vermeerdering van eis;
- de conclusie van dupliek van ND Security;
- de conclusie van dupliek van gemeente Maassluis;
- de conclusie van dupliek van Interpolis.
2..De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding van 22 augustus 2019;
- de conclusie van antwoord van Interpolis;
- de conclusie van antwoord van Westland Adviesgroep;
- de brief van de rechtbank van 19 december 2019 waarbij partijen zijn geïnformeerd dat de hoofdzaak en de onderhavige vrijwaringszaak tezamen op zitting zullen worden behandeld en de overige aanhangige vrijwaringszaken naar de parkeerrol zullen worden verwezen;
- de oproepingsbrieven van de rechtbank van 22 januari 2020 waarbij de datum voor de comparitie van partijen is bepaald op 16 april 2020;
- de conclusie van repliek van ND Security tegen Interpolis;
- de conclusie van repliek van ND Security tegen Westland Adviesgroep;
- de conclusie van dupliek van Interpolis;
- de conclusie van dupliek van Westland Adviesgroep.
3..De feiten
in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak
beveiliging en opsporing”.
schadevan derden. (…)”
4..Het geschil
in de hoofdzaak
- voor recht te verklaren dat ND Security en de gemeente Maassluis hoofdelijk, dan wel één van gedaagden, aansprakelijk zijn jegens [eisers] , dan wel één van eisers, voor de schade die is geleden en nog zal worden geleden als gevolg van het incident met [naam schip] op 7 december 2018 bij de Spoorbrug te Maassluis;
- ND Security en de gemeente Maassluis hoofdelijk, dan wel één van gedaagden, te veroordelen tot betaling van € 114.290,95, vermeerderd met rente met ingang van 7 december 2018, dan wel de dag van de dagvaarding;
- ND Security te veroordelen tot betaling van de beslagkosten van € 3.300,30, vermeerderd met rente met ingang van 6 mei 2020;
- ND Security en de gemeente Maassluis te veroordelen in de (buitengerechtelijke) kosten, de nakosten daaonder begrepen.
5..De beoordeling
3.414,00(2 punten × tarief V € 1.707,00)
Haviltex-maatstaf van belang wat de betekenis van het gebruikte begrip is in het algemeen spraakgebruik. De rechtbank sluit zich in dit kader aan bij de door beide partijen gegeven omschrijving van beveiliging, te weten: het uitvoeren van werkzaamheden c.q. het treffen van maatregelen teneinde een te beveiligen object of doel te beschermen tegen schadelijke invloeden. Naar het oordeel van de rechtbank vallen brugbedieningswerkzaamheden niet onder de reikwijdte van deze omschrijving. Brugbediening dient er immers niet toe om de brug te beschermen tegen de schadelijke invloeden van die schepen en passanten. Het bedienen van een brug is daarentegen een vorm van verkeersregulering: het dient ertoe om schepen te kunnen laten passeren en het verkeer van weggebruikers te reguleren.
€ 3.414,00,-(2 punten × tarief V € 1.707,-)