Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser] ,
1..De procedure
- het vonnis van 14 augustus 2019, alsmede de daarin genoemde stukken, waaronder de dagvaarding van Match van 22 maart 2018, alsmede de op de minuut van dit vonnis vermelde rectificatie bij herstelvonnis van 2 oktober 2019;
- de verzetdagvaarding namens [naam eiser] , tevens houdende incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, met producties, aangebracht (anticiperend) door Match op de rol van 29 juli 2020 op de voet van artikel 126 Rv;
- de incidentele conclusie van antwoord van Match, met producties.
2..Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
3..De beoordeling in het incident
Is [naam eiser] ontvankelijk in zijn verzet?
Hypoteční banka/Udo Mide Lindner) r.o. 30 en HvJEU 1 maart 2005, C-281/02, ECLI:EU:C:2005:120, (
Owusu), r.o. 26).
G/De Visser) r.o. 39, alsmede het arrest-
Hypoteční banka, reeds aangehaald, r.o. 44).
Hypoteční banka, reeds aangehaald, r.o. 42 en het arrest-
G/De Visser, reeds aangehaald, r.o. 40, en voorts 41, 42). Zulke aanwijzingen zijn er in casu voor [naam eiser] , zoals reeds vermeld, niet.
perpetuatio fori-beginsel (inhoudende dat bij beantwoording van bevoegdheids- en rechtsmachtsvragen bepalend is het tijdstip waarop de procedure in eerste aanleg is ingeleid, waarna wijzigingen in de woon- of verblijfsituatie van partijen geen invloed meer hebben). Daarnaast heeft het onbehoorlijk bestuur door [naam eiser] in overwegende mate in Nederland plaatsgevonden, terwijl ook Labourflex in Nederland is gevestigd en Grupacon een vestiging in Nederland heeft, zodat de zaak een sterke band heeft met de Nederlandse rechtssfeer. Match wijst er tot slot op dat zij [naam eiser] alsnog in Nederland zou moeten dagvaarden indien de rechtbank zich onbevoegd zou verklaren.
Painer) r.o. 74; HvJ EU 11 oktober 2007, C-98/06, ECLI:EU:C:2007:595 (
Freeport), r.o. 35).
Painer) r.o. 73 en 77). Als tegen meerdere verweerders gerichte vorderingen een verschillende rechtsgrondslag hebben, staat dat op zichzelf niet aan toepassing van artikel 8 sub 1 Brussel I bis in de weg, mits voor de verweerders voorzienbaar was dat zij konden worden opgeroepen in een lidstaat waar ten minste een van hen zijn woonplaats had (HvJ EU 11 oktober 2007, C-98/06, ECLI:EU:C:2007:595 (
Freeport)).
Profit Investment / Ossi) beslist dat beslissingen niet reeds onverenigbaar zijn in de zin van artikel 8 sub 1 Brussel I bis op grond van een divergentie in de beslechting van het geschil, maar dat daartoe bovendien is vereist dat deze divergentie zich voordoet in het kader van eenzelfde situatie, feitelijk en rechtens. Daarbij is van belang of de uitkomsten van de vorderingen al dan niet onafhankelijk van elkaar zijn. De enkele omstandigheid dat de uitkomst van een van de procedures een weerslag kan hebben op die van de andere, volstaat niet.
Kalfelis), r.o. 18; HvJEU 27 oktober 1998, C-51/97, ECLI:EU:C:1998:509 (
Réunion européenne e.a.), r.o 22).
Holterman Ferho Exploitatie e.a.) r.o. 33-49).
ÖFAB/Koot) en HvJEU 14 maart 2013, C‑419/11, EU:C:2013:165 (
Česká spořitelna) r.o. 46).
Kalimijnen)). In dit verband moet worden opgemerkt dat (ook) aan artikel 7 sub 2 Brussel I bis een verordeningsautonome en enge uitleg moet worden gegeven (arrest HvJEU 21 mei 2015, C‑352/13, EU:C:2015:335, (
CDC Hydrogen Peroxide), r.o. 37 en aldaar aangehaalde rechtspraak). De „plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen” in artikel 7 sub 2 Brussel I bis kan zowel de plaats zijn waar de schade is ingetreden als de plaats van de gebeurtenis die met de schade in een oorzakelijk verband staat, zodat [naam eiser] naar keuze van Match voor het gerecht van de ene dan wel van de andere plaats kan worden opgeroepen (HvJEU 30 november 1976, nr. 21/76, ECLI:EU:C:1976:166 (
Kalimijnen) en HvJEU 5 juni 2014, C‑360/12, EU:C:2014:1318, (
Coty Germany) r.o. 46).
Holterman Ferho Exploitatie), r.o. 78).
Holterman Ferho Exploitatie), r.o. 76).
CDC Hydrogen Peroxide, C‑352/13, EU:C:2015:335, r.o. 52; HvJEU 10 september 2015, C-47/14, ECLI:EU:C:2015:574, (
Holterman Ferho Exploitatie), r.o. 77).
Color Drack/Lexx). Omdat de plaats van het schadebrengende feit niet in het rechtsgebied van deze rechtbank is gelegen, kan deze rechtbank ook geen bevoegdheid ontlenen aan artikel 7 sub 2 Brussel I bis.