Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties 1 tot en met 20, ontvangen op 29 maart 2019;
- het verweerschrift, met producties 1 tot en met 5, ontvangen op 30 april 2019;
- de nader ingediende producties 21 tot en met 23 aan de zijde van [verzoeker] ;
- de nader ingediende productie 6 aan de zijde van [verweerster] ;
- de pleitnotities van de zijde van [verzoeker] ;
- de spreekaantekeningen van de zijde van [verweerster] .
2.De feiten
principal statement of employment) is - voor zover hier van belang - opgenomen:
assignment) is opgenomen:
assignmentis tweemaal verlengd. [verweerster] heeft [verzoeker] daarover op 17 juli 2017 respectievelijk 15 juni 2018 bericht:
“(…) please accept this letter as confirmation that your assignment has been extended by one year to 01 August 2018. (…)”
“(…) We are pleased to inform you that your employment contract has been extended until31 December 2018. (…)”
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
primairtot betaling van een billijke vergoeding van € 96.115,00 bruto, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 7.169,67 bruto en een transitievergoeding van € 66.809,40 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente; en
subsidiairtot betaling van een transitievergoeding van € 66.809,40 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente; en
in beide gevallenin de kosten van de procedure.
Weber [1] leent zich niet voor toepassing omdat er nauwere aanknopingspunten met Nederland bestaan.
principal statement of employmentovereengekomen dat Singaporees recht van toepassing is op de arbeidsovereenkomst. Een dergelijke rechtskeuze mag echter niet tot gevolg hebben dat [verzoeker] de bescherming verliest, welke hij geniet op grond van bepalingen waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken op grond van het recht dat overeenkomstig artikel 8 lid 2, 3 en 4 Rome I toepasselijk zou zijn geweest bij gebreke van een rechtskeuze. Dat is Nederlands recht.
4.Het verweer
primairop het standpunt dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om kennis te nemen van het verzoekschrift van [verzoeker] .
Subsidiairstelt [verweerster] dat het Nederlands recht niet van toepassing is.
Meer subsidiairvoert [verweerster] aan dat de verzoeken van [verzoeker] afgewezen moeten worden. Daartoe heeft [verweerster] - kort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Weberwaaruit volgt dat indien de arbeidstijd die de werknemer in verschillende landen heeft doorgebracht, waarbij de volledige duur van de arbeidsovereenkomst in aanmerking dient te worden genomen, doorslaggevend is de plaats waar hij het grootste deel van zijn arbeidstijd heeft doorgebracht: dat is Brazilië.
5.De beoordeling
bis-verordening [2] (hierna: Brussel I
bis-vo) dient te worden bepaald. De omstandigheid dat Singapore en Brazilië geen lidstaten zijn is overigens niet van belang, in aanmerking genomen het universeel formeel toepassings-gebied van artikel 21 lid 1 sub b Brussel I
bis-vo.
bis-vo kiezen: hij kan de werkgever oproepen voor de rechter van de lidstaat waar de werkgever woont, het ‘forum rei’ (artikel 21 lid 1 sub a). Of hij kan de werkgever oproepen voor de rechter van de plaats (in een lidstaat) waar hij gewoonlijk heeft gewerkt, het zogenoemde ‘forum loci laboris’ (artikel 21 lid 1 sub b punt i). [3] [verzoeker] heeft gekozen voor de laatste en stelt dat de gewoonlijke arbeidsplaats in Nederland is gelegen, zodat de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is. Volgens [verweerster] is de gewoonlijke arbeidsplaats in Brazilië dan wel in Singapore gelegen, zodat de Nederlandse rechter niet internationaal bevoegd is.
principal statement of employmentnadrukkelijk niet tot doel had om [verzoeker] uitsluitend in Nederland werkzaamheden te laten verrichten, heeft [verzoeker] zijn werkzaamheden feitelijk voor de duur van 2,5 jaar -de duur van het gehele contract met [verweerster] -, uitsluitend in/vanuit Nederland verricht. [verzoeker] heeft gedurende deze periode nimmer in Singapore dan wel Brazilië gewerkt en hij ontving ook geen instructies vanuit Singapore dan wel Brazilië. Het werkelijke centrum van zijn beroepswerkzaamheden was in Schiedam, Nederland, gevestigd. Daar was zijn kantoor en in de buurt daarvan had hij zijn woning waar zijn gezin ook verbleef. Daar keerde hij naar terug indien hij in verband met zijn werk reisde. De door [verweerster] gemaakte vergelijking met de zaak
Webergaat dan ook niet op. Weber beschikte nu juist niet in één plaats over een kantoor van waaruit hij het merendeel van zijn verplichtingen jegens zijn werkgever vervulde.
bis-vo, om van de verzoeken van [verzoeker] kennis te nemen.
principal statement of employmentis gesloten ná 17 december 2009, zodat voor de vraag naar het toepasselijk recht gekeken moet worden naar de regels van de Rome I verordening (hierna: Rome I).
principal statement of employmenthebben partijen een uitdrukkelijke rechtskeuze gemaakt voor het recht van Singapore. Dat staat tussen partijen niet ter discussie. Het voorgaande neemt niet weg dat op grond van artikel 8 lid 1 (tweede zin) Rome I de rechtskeuzevrijheid ‘beperkt’ wordt, omwille van het beschermingsbeginsel, en dat derhalve moet worden nagegaan welk rechtsstelsel van toepassing zou zijn in het geval een (expliciete) rechtskeuze zou ontbreken omdat [verzoeker] niet de bescherming kan verliezen welke hij geniet op grond van dwingendrechtelijke bepalingen van het recht dat toepasselijk zou zijn indien partijen geen rechtskeuze zouden hebben gemaakt. Het rechtsstelsel dient te worden vastgesteld aan de hand van de getrapte objectieve verwijzingsregels uit artikel 8 Rome I en de aldaar geldende dwingendrechtelijke bepalingen zijn van toepassing.
principal statement of employmenteen kennelijk nauwere band met een ander land dan Nederland heeft. De
principal statement of employmentwordt beheerst door het Singaporees recht, ingevolge de gemaakte rechtskeuze maar [verzoeker] verliest daardoor niet de bescherming die hij geniet op grond van bepalingen van Nederlands recht waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken.
‘in recognition of your contribution and service to [naam bedrijf 1] ’blijkt eens te meer dat de gratificatie wordt betaald als beloning voor de inzet van [verzoeker] , hetgeen iets anders is dan de voorwaarden als bedoeld in artikel 7:673 lid 6 BW.