Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 december 2018 met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende de incidentele conclusie inhoudende exceptie van onbevoegdheid, met producties;
- de oproepingsbrief van 22 mei 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van de rechtbank van 3 juni 2019 met een zittingsagenda;
- de akte voorafgaand aan comparitie van partijen aan de zijde van [eise] , tevens houdende een antwoord inzake de exceptie van onbevoegdheid;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen gehouden op 26 juni 2019;
- de ter zitting overgelegde pleitaantekeningen aan de zijde van [eise] ;
- de ter zitting overgelegde pleitaantekeningen aan de zijde van Stedin.
2.De feiten
3.Het geschil
In de hoofdzaak
4.De beoordeling
in het incident
€ 2.148,-(2 punten × tarief IV € 1.074,-)