ECLI:NL:RBROT:2019:6542
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Veling
- M.G.L. de Vette
- A.S. Flikweert
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen met betrekking tot een vreemdeling zonder tewerkstellingsvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, h.o.d.n. [handelsnaam], en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiser kreeg een bestuurlijke boete van € 4.000 opgelegd wegens het laten verrichten van arbeid door een vreemdeling zonder de benodigde tewerkstellingsvergunning. Eiser heeft tegen deze boete beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was. De rechtbank concludeerde dat eiser niet de benodigde gegevens had overgelegd voor een beroep op matiging van de boete. Eiser voerde aan dat de vreemdeling een klant was die voor eigen gebruik groenten sneed, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaring van de vreemdeling geloofwaardig was en dat eiser de verantwoordelijkheid had om te controleren of een vergunning nodig was. De rechtbank oordeelde dat de politieambtenaren rechtmatig handelden en dat de boete terecht was opgelegd. Eiser had ook geen bewijs geleverd dat hij onevenredig door de boete werd getroffen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.