Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 4 juli 2019 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., eiseres,
de heffingsambtenaar van de Regionale Belasting Groep, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Gezien het objectieve karakter van de WOZ-waarde, is in de verschillende taxatiewijzers per type object een inschatting gegeven van de beoogde gebruiksperiode en een inschatting van de restwaarde. Deze kengetallen zijn gebaseerd op objectieve, landelijke cijfers en vormen daarmee de basis voor de objectieve taxatie”.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- wijzigt de WOZ-beschikking in die zin dat de waarde nader wordt vastgesteld op € 4.000.000,-;
- bepaalt dat verweerder de betreffende aanslag onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig verlaagt;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 338,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.630,10.