ECLI:NL:RBROT:2019:5290
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht bij herhaalde aanvragen om informatie op basis van de Wob en Who
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 juni 2019 uitspraak gedaan in twee beroepen van eiser, stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JRR), tegen verweerster. Eiser had eerder bij brieven van 11 februari 2019 beroep ingesteld, waarbij hij verzocht om verwijzing naar een andere rechtbank. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen aanleiding was voor deze verwijzing, aangezien de eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken al hadden vastgesteld dat eiser misbruik maakte van recht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvragen van eiser herhaaldelijk waren en dat deze geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatten die een ander oordeel rechtvaardigen.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat het beroep wegens niet tijdig beslissen kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser had verzocht om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet hergebruik van overheidsinformatie (Who), maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeken in wezen herhalingen zijn van eerdere aanvragen, die al eerder door de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn afgewezen wegens misbruik van recht.
De rechtbank heeft ook het verzoek van eiser om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht afgewezen, omdat dit eveneens als misbruik van recht werd beschouwd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn verklaard en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.