ECLI:NL:RBROT:2019:3498
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens ontbreken procesbelang in bestuursrechtelijke geschillen tussen NS Reizigers B.V. en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 2 mei 2019, zijn de beroepen van NS Reizigers B.V. tegen besluiten van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De zaak betreft een geschil over een besluit van 11 juni 2018, waarin het bezwaar van NS Reizigers B.V. tegen een e-mailbericht van de Staatssecretaris aan ProRail niet-ontvankelijk werd verklaard. NS Reizigers B.V. had beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij meende dat er een informatiedossier en vergunning voor indienststelling van ProRail vereist waren voor aanpassingen aan de spoorinfrastructuur op het baanvak tussen Gouda en Alphen aan den Rijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanpassingen aan de infrastructuur inmiddels zijn afgerond en dat er geen problemen zijn met de veiligheid en operatie van de treindienst. NS Reizigers B.V. heeft geen concreet procesbelang kunnen aantonen, aangezien de benodigde aanpassingen zijn gerealiseerd en er geen technische veranderingen aan de spoorwegvoertuigen nodig zijn. De rechtbank heeft benadrukt dat een louter principieel belang niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat de beroepen van NS Reizigers B.V. niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.