ECLI:NL:RBROT:2019:3203
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Lunenberg
- M.G.L. de Vette
- A.M.E.A. Neuwahl
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken procesbelang in Wmo 2015 indicatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het gemeenschappelijk orgaan ROGplus Nieuwe Waterweg Noord. Eiseres had een aanvraag ingediend voor huishoudelijke ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), maar deze aanvraag werd door verweerder afgewezen. Eiseres had eerder een indicatie gekregen, maar deze was inmiddels verstreken. De rechtbank moest beoordelen of eiseres nog procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep, nu zij en haar echtgenoot inmiddels een indicatie hadden op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De rechtbank oordeelde dat er geen procesbelang meer was, omdat een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit niet relevant was voor een toekomstige indicatie op basis van de Wmo 2015. Eiseres stelde dat zij belang had bij een inhoudelijk oordeel in verband met een mogelijke schadevergoedingsprocedure, maar de rechtbank vond deze stelling niet voldoende onderbouwd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres niet-ontvankelijk en bepaalde dat verweerder het betaalde griffierecht moest vergoeden, evenals de proceskosten van eiseres. De totale proceskosten werden vastgesteld op € 1.280,-. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. E. Lunenberg als voorzitter.