Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Procesverloop
Overwegingen
zijn post op haar adres laat komen, zijn spullen nog steeds bij haar liggen en zich heeft ingeschreven op haar adres, zijn omstandigheden die buiten de invloedssfeer van eiseres liggen en die verweerder haar niet kan verwijten. Het bestreden besluit is gebaseerd op een andere afwijzingsgrond dan het primaire besluit. Verweerder had het bezwaar dan ook in zoverre gegrond moeten verklaren en proceskosten moeten toekennen. Ter zitting heeft eiseres betoogd dat de zogeheten “uitwijkjurisprudentie” van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) in haar geval van toepassing is.
2 januari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:97, oordeelt de rechtbank dat artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht niet in de weg staat aan de handhaving in bezwaar van een primair besluit op een andere grond dan die waarop dat primaire besluit steunt, omdat de bezwaarprocedure bedoeld is voor een volledige heroverweging. Hoewel in het primaire besluit van verweerder de afwijzing mede was gebaseerd op het niet verschijnen van [naam] op de afspraak van 9 februari 2018, is het bestreden besluit nog steeds gebaseerd op hetzelfde complex van feiten en omstandigheden en is het bestreden besluit het resultaat van een heroverweging in de bezwaarprocedure.
[naam] in de periode hier in geding al dan niet zijn hoofdverblijf in de woning van eiseres had.
- stelt verweerder in de gelegenheid het gebrek in het bestreden besluit binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak te herstellen met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op, indien hij van deze gelegenheid geen gebruik maakt, dit binnen twee weken na verzending van deze tussenuitspraak schriftelijk kenbaar te maken;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
mr. J.J. van Giezen-Groenewoud, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op