In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap, eiseres, en de Minister voor Medische Zorg, verweerder, over de oplegging van bestuurlijke boetes wegens het niet naleven van veiligheidsvoorschriften voor speelgoed. Eiseres had vijf bestuurlijke boetes van elk € 1.575,00 opgelegd gekregen omdat zij speelgoed had ontworpen, vervaardigd en in de handel gebracht dat niet voldeed aan de eisen van de Warenwet en de Europese speelgoedrichtlijn. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante regelgeving, waaronder de Richtlijn 2009/48/EG en het Warenwetbesluit speelgoed 2011.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres als fabrikant wordt aangemerkt omdat zij speelgoed uit China importeert en dit onder haar eigen naam op de markt brengt. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres over de leeftijdsclassificatie van de speelgoedproducten en de vraag of deze producten daadwerkelijk in de handel zijn gebracht, zorgvuldig gewogen. Eiseres betoogde dat het speelgoedproduct 'Hit & Jump' niet in de handel was gebracht, omdat het was vernietigd voordat het op de markt werd aangeboden. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet voldoende had aangetoond dat eiseres de overtredingen had begaan met betrekking tot dit specifieke product.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard voor het speelgoedproduct 'Hit & Jump' en de boete voor dit product vernietigd. Voor de overige producten, waaronder de 'Muziekdoos' en de 'Parkeergarage', heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres wel degelijk de veiligheidsvoorschriften had overtreden. De rechtbank heeft de boetehoogte herzien en vastgesteld op in totaal € 4.200,- voor de resterende overtredingen. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het griffierecht en de proceskosten van eiseres dient te vergoeden.