Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. M.L.F. de Leeuw, griffier.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 september 2018 uitspraak gedaan over de verlenging van de maatregel van bewaring van een vreemdeling, die eerder in juli 2018 was opgelegd op basis van artikel 59b lid 1 van de Vreemdelingenwet 2000. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (SvJ&V) heeft de maatregel van bewaring verlengd zonder de vreemdeling te horen, wat volgens de vreemdeling onterecht was. De rechtbank oordeelde dat de SvJ&V de maatregel terecht had verlengd, omdat de voorwaarden voor verlenging niet anders zijn dan die voor de oplegging van de maatregel. De rechtbank heeft ook overwogen dat de asielaanvraag van de vreemdeling was afgewezen op grond van artikel 31 in samenhang met artikel 30b lid 1 sub h van de Vreemdelingenwet, waardoor de schorsende werking van artikel 82 lid 2 sub c niet van toepassing was. De rechtbank heeft de argumenten van de vreemdeling, waaronder de claim dat de maatregel onrechtmatig was vanwege de afwijzing van de asielaanvraag, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat de SvJ&V voldoende gemotiveerd had gehandeld. Uiteindelijk werd het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen.