ECLI:NL:RBROT:2017:9033
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van studiefinanciering na huisbezoek; bevoegdheid controleur en rechtsgeldigheid van het besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en een studente over de herziening van haar studiefinanciering. De studente, eiseres, had vanaf 1 juli 2013 studiefinanciering ontvangen in de vorm van een uitwonendenbeurs. Echter, na een huisbezoek door controleurs van Investiga B.V. concludeerde de minister dat eiseres niet op het adres stond ingeschreven waar zij claimde te wonen, en heeft de uitwonendenbeurs omgezet naar een thuiswonendenbeurs. Dit leidde tot een terugvordering van te veel ontvangen studiefinanciering over de jaren 2013 tot en met 2016.
Eiseres heeft tegen het besluit van de minister bezwaar aangetekend en vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting heeft eiseres aangevoerd dat zij wel degelijk op het brp-adres woonde en dat de controleurs onbevoegd waren. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres beoordeeld, waaronder de vraag of de controleurs bevoegd waren om het huisbezoek uit te voeren. De rechtbank oordeelde dat de controleurs inderdaad bevoegd waren en dat de minister op basis van de bevindingen van het huisbezoek de herziening van de studiefinanciering kon doorvoeren.
De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat de herziening met terugwerkende kracht tot 1 juli 2013 onbillijk zou zijn, omdat eerder was geoordeeld dat eiseres op het brp-adres woonachtig was. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor zover het de herziening en terugvordering over de periode van juli 2013 tot april 2016 betreft, en het bestreden besluit in dat opzicht vernietigd. De rechtbank heeft de minister ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres en het griffierecht vergoed.