ECLI:NL:RBROT:2017:6907
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in beroep wegens niet tijdig beslissen en ontheffing griffierecht
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit door de regiodirecteur van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Rijnmond. Eiser had verzocht om ontheffing van het griffierecht vanwege betalingsonmacht. De rechtbank heeft eerder in een andere zaak het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard omdat hij in verzuim was het griffierecht te voldoen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze uitspraak vernietigd en de zaak teruggewezen naar de rechtbank voor herbeoordeling. Tijdens de zitting op 3 juli 2017 heeft eiser verklaard dat hij de gevraagde stukken niet tijdig heeft ontvangen en heeft hij verzocht om vergoeding van proceskosten.
De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel eiser een beroep op betalingsonmacht heeft gedaan, er ook sprake kan zijn van misbruik van recht als eiser in meerdere zaken tegelijkertijd een beroep doet op betalingsonmacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser ten tijde van het verschuldigd zijn van het griffierecht een inkomen had dat onder de bijstandsnorm lag, waardoor hij niet in verzuim was. Echter, de rechtbank heeft ook geconcludeerd dat er geen sprake was van een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat zij daarom onbevoegd was om kennis te nemen van het beroep wegens niet tijdig beslissen.
De rechtbank heeft zich uiteindelijk onbevoegd verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 september 2017 en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.