ECLI:NL:RBROT:2017:6878
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd aan horeca-exploitant wegens overtreding van de Tabakswet na inspectie door NVWA
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en een horeca-exploitant. De exploitant, eiseres, had een boete van € 1.200,- opgelegd gekregen wegens herhaalde overtreding van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Tabakswet. De boete was gebaseerd op een inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 7 januari 2016, waarbij geconstateerd werd dat er in de horeca-inrichting gerookt was, ondanks het rookverbod. Eiseres betwistte de juistheid van het rapport van bevindingen van de inspecteur, waarin onjuistheden zouden staan, en stelde dat de geur van tabaksrook niet afkomstig was van binnen gerookte tabak maar van asbakken die tijdelijk op de bar stonden.
De rechtbank oordeelde dat de onjuistheden in het rapport niet van belang waren voor de boeteoplegging, omdat deze niet aan de boete ten grondslag waren gelegd. De rechtbank bevestigde dat de inspecteur op basis van zijn waarnemingen, waaronder de geur van tabaksrook en de aanwezigheid van asbakken met sigarettenpeuken, terecht had geconcludeerd dat eiseres het rookverbod niet had gehandhaafd. De rechtbank oordeelde dat de minister bevoegd was om de boete op te leggen en dat er geen redenen waren om de hoogte van de boete te matigen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van de waarnemingen van de inspecteur en de mogelijkheid om op basis van organoleptisch onderzoek tot bewijs van overtreding te komen. De rechtbank wees erop dat de inspecteurs van de NVWA getraind zijn om te onderscheiden waar de tabaksgeur vandaan komt, wat de betrouwbaarheid van hun bevindingen versterkt. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde boete in overeenstemming was met de wetgeving en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.