Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uur met aftrek van voorarrest, subsidiair 120 dagen hechtenis;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht en reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt deelnemen aan het therapieprogramma seksuele delictplegers.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
5.Waardering van het bewijs
temporary internet fileszijn 22 afbeeldingen met kinderporno aangetroffen. In de jurisprudentie - onder meer door het Hof Arnhem, 25 januari 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BV2126 - is uitgemaakt dat bestanden die zijn aangetroffen in temporary files onvoldoende zijn voor het aannemen van ‘bezit’ van kinderporno in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Dat is slechts anders indien er sprake is van bijkomende omstandigheden waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de bestanden beschikbaar zijn geweest voor opening gedurende een zekere vast te stellen periode. De verdachte heeft verklaard dat hij in het verleden weleens porno bekeek op zijn laptop, maar hij zegt zich niet bewust te zijn geweest van de op zijn laptop aangetroffen kinderporno. Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is niet gebleken dat de bestanden beschikbaar zijn geweest voor opening gedurende een zekere periode.
Het enkele bekijken van kinderporno is door de wetgever niet strafbaar gesteld. Van ‘zich toegang verschaffen’ is sprake als de verdachte een gedraging verricht die is gericht op het verkrijgen van toegang tot kinderporno, bijvoorbeeld door het bezoeken van kinderpornografische websites. Het opzet van de verdachte dient, al dan niet in voorwaardelijke vorm, te zijn gericht op het verkrijgen van die toegang. Van gedragingen als hier bedoeld is de rechtbank niet gebleken.
inhet lichaam. Voor zo’n onderzoek kan niet worden volstaan met een opdracht of toestemming van een hulpofficier van justitie – wat overigens wel is toegestaan voor een onderzoek
aanhet lichaam –, maar daarvoor is een opdracht of toestemming nodig van de officier van justitie (artikel 56, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering). Uit de stukken noch uit het verhandelde ter zitting blijkt echter dat het onderzoek in opdracht of met toestemming van de officier van justitie is verricht.
dat ik toestemming geef deze medische gegevens ter beschikking te stellen ten behoeve van het forensisch onderzoek”, terwijl onder 3C. staat “
Penis bemonsterd” waarna het vakje “ja” is aangevinkt. Hieruit blijkt dat de verdachte ingestemd heeft met het gebruik van de verkregen gegevens, maar niet dat hij tevens heeft ingestemd met het – kennelijk op het moment van ondertekening al verrichte – onderzoek zelf.
6.Strafbaarheid feit
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
226 (tweehonderdzesentwintig) urente verrichten taakstraf resteert;
113 dagen;
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;
- gelast na die verwijdering de teruggave aan verdachte van het voorwerp dat op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst is genummerd ‘1’.