Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 mei 2017 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
)aangemerkt als een nadere regeling van de uitoefening van de aan verweerder toekomende ontslagbevoegdheid. Aan zo'n regeling zijn partijen gebonden op grond van het beginsel van de rechtszekerheid, dat niet alleen voor het bestuursorgaan geldt, maar ook voor de ambtenaar. Dit kan onder meer anders zijn als sprake is van wilsgebreken of als zich zodanig bijzondere omstandigheden voordoen dat volledige nakoming van de afspraken niet (meer) in redelijkheid kan worden verlangd. Bij de uitleg van een overeenkomst zoals hier aan de orde, komt het volgens vaste rechtspraak (bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 19 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1830) niet uitsluitend aan op de bewoordingen van hetgeen in de overeenkomst is bepaald, maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan die bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij in dat opzicht redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.