Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 februari 2017 in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Een [naam] , een Marokkaans staatsburger, verblijvend in Nederland, heeft trouw gezworen aan de kalief van de Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS), Abu Bakr al-Baghdadi. Deze [naam] was in oktober 2014 bezig met het verwerven van een pistool waarmee hij aanslagen op Nederlandse politieagenten wilde plegen. Uit eigen onderzoek is gebleken dat deze [naam] identiek is aan [naam eiser] (geboren op [geboortedatum] , in [geboorteplaats] , Marokko). Hij verbleef tot 15 oktober 2014 op het adres [adres] . Hij is niet in het bezit van een geldige verblijfsvergunning.
Het verweer dat de inhoud van zijn chatgesprekken niet serieus genomen moet worden en zijn uitlatingen over jihadisme en IS moeten worden geplaatst in de categorie “grapjes maken en dollen” en berustten op fantasie en grootspraak en enkel zijn gedaan om indruk te maken en “als een krachtig en groot man" over te komen om daarmee aandacht van meisjes te trekken, wordt tenslotte door het hof, gelet met name op het stelselmatige radicale karakter van de vele voor het bewijs gebezigde chatgesprekken en de (relatief) lange periode waarin die gesprekken zijn gevoerd, als volstrekt onaannemelijk terzijde geschoven, nog daargelaten dat het één (indruk maken) het ander (deelname aan de gewapende strijd als jihadstrijder) niet uitsluit.”