In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 december 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen Pro Rail, die werd beschuldigd van het overtreden van voorschriften met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen. De rechtbank oordeelde dat Pro Rail wagons gevuld met chloor op het emplacement Amersfoort heeft toegestaan, terwijl dit in strijd was met de omgevingsvergunning. De rechtbank legde een geldboete van € 50.000 op, wat lager was dan de door de officier van justitie geëiste boete van € 150.000, vanwege de termijnoverschrijding en eerdere veroordelingen van Pro Rail voor vergelijkbare feiten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten zich hebben voorgedaan tussen 14 en 21 maart 2013, waarbij Pro Rail in strijd met de Wet vervoer gevaarlijke stoffen handelingen heeft verricht die verband hielden met het vervoer van chloor. De verdediging voerde aan dat er geen opzet was en dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging van de opzetvariant van feit 1, maar sprak Pro Rail vrij van de opzetvariant van feit 1, omdat er onvoldoende bewijs was voor opzet.
Met betrekking tot feit 2 oordeelde de rechtbank dat Pro Rail opzettelijk de voorschriften van de omgevingsvergunning had overtreden door wagons met chloor toe te laten op het emplacement. De rechtbank concludeerde dat de activiteiten omgevingsvergunningsplichtig waren en dat Pro Rail zich schuldig had gemaakt aan opzettelijke overtreding van de vergunning. De rechtbank legde een geldboete op van € 50.000, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en eerdere veroordelingen.