Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.Het geschil
Vorderingen van de Staat
- a) kosten van olievergelijkend onderzoek door de Waterdienst van Rijkswaterstaat (hierna: RWS), ten bedrage van € 12.000,00;
- b) kosten van vervanging van door de stookolie verontreinigd/beschadigd geraakte oliekerende schermen, ten bedrage van € 49.423,08;
- c) kosten van herstel van de groenstrook langs de Tt. Vasumweg, die beschadigd was geraakt door de (voorbereiding van de) uitvoering van de schoonmaak- en opruimingswerkzaamheden, ten bedrage van € 7.814,75;
- d) kosten van een verkeersafzetting op de Tt. Vasumweg ten behoeve van de oliebestrijding, ten bedrage van € 3.700,90;
- e) kosten van herstel van een kabel nabij het Cornelis Douweskanaal, die beschadigd was geraakt door de (voorbereiding van de) uitvoering van de schoonmaak- en opruimingswerkzaamheden, ten bedrage van € 1.490,81;
- f) kosten van onderzoek of de uit de ‘Vlieland’ uitgestroomde olie diende te worden aangemerkt als gevaarlijke stof, ten bedrage van – naar de rechtbank begrijpt uit productie 7 van de Staat – € 1.500,00;
- g) kosten van het schoonmaken op het land van de veegarm van de ‘Kennemer’ nadat de veegarm was ingezet voor preventieve en schade beperkende maatregelen, ten bedrage van € 5.846,71.
exceptio plurium litis consortium. Richtinggevend is de verwijzingsbeslissing van de rechter-commissaris in het proces-verbaal van 19 februari 2014 en de beschikking van 21 maart 2014, waarin ruimte wordt gelaten voor het innemen van een standpunt ten aanzien van vorderingen van andere schuldeisers.
exceptio plurium litis consortium.
.
travaux préparatoires).
Travaux préparatoiresvan de CLNI 1988 noch van de CLNI 2012 zijn voorhanden.
- de vorderingen wegens redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade door fysische, chemische of biologische kwaliteitswijziging van het water (artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder a BW),
- redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid ter zake van schade door fysische, chemische of biologische kwaliteitswijziging van het water (artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder b BW) en
- redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte van vergoeding van schade door fysische, chemische of biologische kwaliteitswijziging van het water (artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder c BW).
exceptio plurium litis consortium, omdat de rechtspositie van Oranjemarine, respectievelijk Shipdock ten opzichte van VTM kan worden vastgesteld buiten aanwezigheid van andere partijen.