ECLI:NL:RBROT:2013:7253
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.N. van Zelm van Eldik
- P.C. Santema
- W.P. Sprenger
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en waterverontreiniging na aanvaring in de Beneluxhaven te Rotterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in de Beneluxhaven te Rotterdam, vond op 1 februari 2008 een aanvaring plaats tussen het binnenschip Transito en het motortankschip Ceeblender, dat eigendom was van Argos Logistics B.V. Door de aanvaring stroomde een aanzienlijke hoeveelheid stookolie uit de Ceeblender in het havenwater, wat leidde tot verontreiniging van zowel het water als de oevers. Argos c.s. stelde [verweerder] aansprakelijk voor de schade die voortvloeide uit deze verontreiniging en vorderde dat de rechtbank zou verklaren dat [verweerder] zijn aansprakelijkheid alleen kon beperken door het stellen van een waterverontreinigingsfonds, en niet door een zakenfonds. De rechtbank moest zich buigen over de schuldvraag en de uitleg van artikel 18 van het CLNI-verdrag, dat betrekking heeft op de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart.
De rechtbank oordeelde dat beide schepen fouten hadden gemaakt die tot de aanvaring hadden geleid, maar dat de fouten aan boord van de Transito zwaarder wogen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de aansprakelijkheid van [verweerder] voor de schade aan de Ceeblender 2:1 was ten opzichte van Argos. Wat betreft de waterverontreiniging oordeelde de rechtbank dat de vorderingen van Argos c.s. voornamelijk betrekking hadden op de schade aan de kwaliteit van het water zelf, waarvoor een waterverontreinigingsfonds moest worden gesteld. De rechtbank verzocht partijen om in overleg te treden over de verdere procedure en de hoogte van de schadeposten, en hield verdere beslissingen aan.