ECLI:NL:RBROT:2015:5174
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen last onder dwangsom voor horecagelegenheid zonder vergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee horecaondernemingen en de burgemeester van de gemeente Binnenmaas. Eiseres 1, een horeca-B.V., en eiseres 2, een wellness-B.V., hebben beroep ingesteld tegen besluiten van de burgemeester die hen last onder dwangsom heeft opgelegd wegens het exploiteren van een horecagelegenheid zonder de vereiste vergunningen. De last hield in dat eiseres 1 geen dranken en spijzen mocht verstrekken zonder exploitatievergunning en geen alcoholische dranken zonder drank- en horecavergunning, met een dwangsom van € 2.500,- per week, tot een maximum van € 50.000,-. Eiseres 2 kreeg een soortgelijke last opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat beide eiseressen op 14 februari 2014 de exploitatie van de horecagelegenheid ter hand namen zonder de benodigde vergunningen. Eiseres 1 werd als pleger van de overtreding aangemerkt, terwijl eiseres 2 als medepleger werd aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat er geen concreet zicht op legalisatie was, ondanks dat vergunningen waren aangevraagd. De hoogte van de dwangsom werd niet disproportioneel geacht, aangezien deze was gerelateerd aan de vermoedelijke winst van de horecagelegenheid.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en bevestigde de bevoegdheid van de burgemeester om handhavend op te treden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van vergunningen voor het exploiteren van een horecagelegenheid en de gevolgen van het niet naleven van de wetgeving op dit gebied.