ECLI:NL:RBROT:2015:3012
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toeslag Wwb verlaagd vanwege thuiswonend kind met recht op studiefinanciering
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een alleenstaande moeder uit Hoogvliet Rotterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Eiseres ontving een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) en had recht op een toeslag van 20%. Echter, het college verlaagde deze toeslag naar 10% met ingang van 1 augustus 2013, omdat de dochter van eiseres, die thuiswonend was en een MBO-opleiding volgde, recht had op studiefinanciering. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het college ten onrechte de niet verzilverde studiefinanciering in aanmerking had genomen bij de berekening van haar toeslag.
De rechtbank oordeelde dat het college terecht had gehandeld door de niet verzilverde aanspraak op studiefinanciering mee te nemen in de beoordeling. De rechtbank stelde vast dat de dochter van eiseres in september 2013 een bedrag aan studiefinanciering had kunnen ontvangen, en dat haar inkomsten uit een bijbaan ook boven het normbedrag voor thuiswonende kinderen uitkwamen. De rechtbank concludeerde dat de verlaagde toeslag van 10% rechtmatig was en dat er geen onbillijkheden van overwegende aard waren die een afwijking van de verordening rechtvaardigden.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van het college. De uitspraak werd later op 12 mei 2015 rectificaties onderworpen, maar de kern van de uitspraak bleef ongewijzigd. Eiseres had de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.