ECLI:NL:RBROT:2014:8864
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
OZB en kerkenvrijstelling: Christelijke activiteiten niet aangemerkt als openbare eredienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, de eigenaresse van een onroerende zaak, en de heffingsambtenaar van de gemeente Molenwaard. De zaak betreft de waardering van de onroerende zaak voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB) en de toepassing van de kerkenvrijstelling. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van haar onroerende zaak, die was vastgesteld op € 331.000,- per 1 januari 2011 voor het belastingjaar 2012. De heffingsambtenaar had het bezwaar ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde.
De rechtbank overweegt dat eiseres primair stelt dat de kerkenvrijstelling van toepassing is op haar onroerende zaak, omdat deze in hoofdzaak bestemd zou zijn voor de openbare eredienst. De rechtbank stelt vast dat de activiteiten die in de onroerende zaak plaatsvinden, zoals crèche, zondagsschool en bijbelstudie, niet kunnen worden aangemerkt als openbare erediensten in de zin van de Gemeentewet. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat een onroerende zaak in hoofdzaak voor de openbare eredienst moet worden gebruikt, wat in dit geval niet het geval is.
Daarnaast heeft eiseres subsidiair aangevoerd dat de waarde van de onroerende zaak te hoog is vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat deze beroepsgrond niet onderbouwd is met voldoende bewijs en dat de heffingsambtenaar de waarde op een juiste wijze heeft vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de beroepsgrond van eiseres faalt.
Eiseres heeft ook een verzoek om schadevergoeding ingediend wegens de lange duur van de procedure. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn is overschreden en kent eiseres een schadevergoeding van € 500,- toe. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar, maar laat de rechtsgevolgen daarvan in stand. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht vergoed en de proceskosten worden toegewezen aan eiseres.