3.Container BMOU9505783 op 22 mei 2013 binnengekomen en op 23 mei 2013 uitgehaald. Deze container is door de Douane uitgebreid gecontroleerd en in deze container is cocaïne aangetroffen.
Het ontvangende bedrijf: (...) Ltd
Het bedrijf (...) Ltd is op 12 juni 2012 opgericht. Uit het uittreksel Handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat als directeur van dit bedrijf (...) staat vermeld. Het vestigingsadres van het bedrijf komt overeen met zijn woonadres.
Uit de verklaring van (...) volgt dat (...) als stroman moet worden gezien. Hij heeft dit bedrijf immers slechts op verzoek en onder aansturing van verdachte 1 en ene (...) - die in werkelijkheid (...) blijkt te zijn; een zoon van verdachte 4 en een broer van verdachte 5 - bij de Kamer van Koophandel ingeschreven waarbij hij als bestuurder moest worden vermeld.
Verdachte 1 heeft tijdens de inschrijvingsprocedure bij de balie van de Kamer van Koophandel het woord gevoerd.
De rechtbank gaat er van uit dat in werkelijkheid verdachte 1 de touwtjes in handen had van dit bedrijf. Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte 1 zijn ook administratieve bescheiden met betrekking tot (...) aangetroffen waaronder facturen, stempels en emailberichten met offertes ten aanzien van Braziliaanse limoenen. Tevens is een emailbericht, d.d. 7 mei 2013 te 11.14 uur, aangetroffen afkomstig van (...), werkzaam bij (...) waarin de komst van een container uit Brazilië wordt aangekondigd.
Bovendien is op 18 maart 2013 reeds door een observatieteam waargenomen dat verdachte 1 samen met verdachte 2 naar (...) is gereden en dat hij daar een ontmoeting heeft gehad met een persoon in een Hyundai met kenteken (...), die achteraf (...) van (...), bleek te zijn.
Gelet op voormelde omstandigheden - in onderling verband en samenhang bezien - acht de rechtbank daarom de verklaring van verdachte 1 dat hij geen zakelijke bemoeienis had met (...) Ltd behoudens het verrichten van administratieve handelingen ten behoeve van de oprichting van deze vennootschap, niet geloofwaardig. Ook acht de rechtbank niet aannemelijk dat verdachte 1 uitsluitend een door een ander ((...)) bestelde lading zou afhandelen eenmaal in Nederland aangekomen. Uit de hierna te melden tapgesprekken komt naar voren dat verdachte 1 zich intensief bezig heeft gehouden met het laten ophalen/vervoeren van de containers die bij (...) staan, het laten regelen van de inklaringspapieren en de opslag van de limoenen. Bovendien heeft verdachte 1 ook zelf in een tapgesprek met verdachte 3 op 23 mei 2013 gezegd dat (...) zijn bedrijf is, hetgeen zijn bevestiging vindt in de bij hem aangetroffen administratieve bescheiden ook ten aanzien van deze ladingen Limoenen.
Aantreffen cocaïne in container BMOU9505783
In samenwerking met de Douane te Rotterdam werd de container met nummer BMOU9505783 (ofwel de derde container), nadat deze op 22 mei 2013 van het schip de Maersk Laguna was gelost, overgebracht naar de Douaneloods op de Maasvlakte te Rotterdam. Uit onderzoek bleek dat de container een grote hoeveelheid dozen met limoenen bevatte. In de nacht van 22 mei 2013 op 23 mei 2013 is de container door de douane gescand. Bij nader onderzoek bleek vervolgens dat tussen deze dozen limoenen een grote hoeveelheid afwijkende verpakkingen aanwezig was. Bij het openen van deze verpakkingen, bleek dat deze verpakkingen wit poeder bevatten dat na onderzoek cocaïne bleek te zijn.
Het totaal netto gewicht van de cocaïne bedroeg 466,395 kilogram (504,1 kilogram inclusief verpakkingsmateriaal). Nadat de totale hoeveelheid cocaïne uit de container was verwijderd, is ook deze container uitgehaald door (...) te (...).
Hetgeen aan relevante feiten en omstandigheden voortvloeit uit de t(...)s en observaties
Uit de inhoud van zaaksdossier Limoenen komt naar voren dat verdachte 1 sinds 12 mei 2013 telefoongesprekken voert die betrekking hebben op de aankomst van een container met citrusvruchten. Uit de gesprekken wordt duidelijk dat verdachte 1 de citrusvruchten op wil slaan en gebrek heeft aan opslagruimte. Verdachte 1 roept dan de hulp in van verdachte 3 en zegt in een gesprek van 12 mei 2013 te 10.15 uur dat hij bang is dat de vruchten net als de vorige keer gaan verrotten. Voorts geeft verdachte 1 in hetzelfde gesprek aan dat hij geen winst hoeft te maken op de verkoop van deze lading citrusvruchten en in een gesprek van 13 mei 2013 te 09.52 uur zegt verdachte 1 dat de citrusvruchten in een lijncontainer zitten en dat hij die niet te lang wil huren omdat hij wil dat alles er normaal uit ziet.
In een gesprek van 14 mei 2013 te 11.55 uur zegt verdachte 1 tegen verdachte 6 dat hij die dag met (...) naar (...) gaat en om 17.39 uur van diezelfde dag zegt verdachte 1 tegen verdachte 3 dat hij bij de expediteur is geweest en dat het allemaal is vrijgemaakt, dat het goed is en dat het donderdag opgehaald kan worden.
Uit de gesprekken die in deze periode worden gevoerd, wordt duidelijk dat verdachte 3
vervoer en een koelcontainer heeft geregeld om de partij op te halen en dat hij voornemens is om de container voor zijn woning in Kesteren “aan de stekker” te zetten. Voor het ophalen van de partij wordt verdachte 3 bijgestaan door verdachte 6.
Op 16 mei 2013 te 20.37 uur belt verdachte 1 naar een man, genaamd (...). In dat
gesprek geeft verdachte 1 aan dat (…) de volgende dag een auto moet huren. Tijdens dit
telefoongesprek overlegt verdachte 1 op de achtergrond met verdachte 5 die zich kennelijk bij verdachte 1 bevindt.
Op vrijdag 17 mei 2013 om 08.32 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen verdachte 4 en verdachte 1. Verdachte 1 zegt dat het die dag niet rustig zal worden en wanneer hij begint te vertellen over een jongen die die ochtend zou moeten komen en dat hij met de douane-expediteur heeft gesproken, verbreekt verdachte 4 de verbinding.
In een daarop volgend gesprek van 08.34 uur spreekt verdachte 1 verdachte 4 aan dat hij de hoorn er op heeft gegooid waarop verdachte 4 zegt dat hij niet van bellen houdt.
Om 11.00 uur die dag wordt verdachte 1 gebeld door verdachte 2. In dit gesprek en de
gesprekken die hier kort op volgen, wordt gesproken over een jongen waar verdachte 2 een afspraak mee heeft en die er nog niet is. Verdachte 1 gaat er achteraan en even later belt hij verdachte 2 terug dat de jongen er over 10 minuten is.
De reguliere telefoon van verdachte 2 (telefoonnummer (...), dat getapt werd sinds 28/01/2013) staat dan uit. Het telefoonnummer waar verdachte 2 die ochtend gebruik van maakt ((...)) blijkt al eerder en ook op en na 17 mei 2013 in gebruik te zijn bij verdachte 4.
In een gesprek dat om 11.43 uur van diezelfde dag werd gevoerd en waarin verdachte 2 aangeeft dat hij Lange (betreft verdachte 6) om half één bij verdachte 1 op komt halen, wordt duidelijk dat verdachte 2 op dat moment in gezelschap is van verdachte 4 die op de achtergrond hoorbaar is.
Uit andere telefoongesprekken die verdachte 4 op dat moment voert wordt duidelijk dat hij gebruik maakt van een zendmast aan de (…) te (...).
Vanaf 13.52 uur die dag voert verdachte 4 een aantal telefoongesprekken met zijn zoon verdachte 5. Uit deze reeks van kort opeenvolgende gesprekken komt naar voren dat verdachte 4 instructies geeft aan zijn zoon. Zo zegt verdachte 4 onder andere dat (...) (= verdachte 6) in een auto moet gaan zitten en zal wachten totdat er een andere
jongen bij hem in gaat stappen. Deze jongen moet bij de uitgang uitstappen en alleen gaan. In een daarop volgend gesprek zegt verdachte 4 dat verdachte 5 hem en verdachte 2 niet moeten volgen, omdat er een Audi achter hen aan zit. Verdachte 5 zegt tegen zijn vader dat hij tegen de jongen heeft gezegd dat hij 5 minuten voordat hij klaar is, moet bellen. Verdachte 4 zegt even later dat hij op de hoogte gesteld wil worden als verdachte 5 door de jongen gebeld wordt zodat zij ook die kant op kunnen schuiven. Verder wordt er gesproken over tassen die wel of niet meegenomen moeten worden en dat "hij” (kennelijk de jongen) nog 20 a 25 minuten nodig heeft en dat ze niet blijven staan maar dat er nog een rondje wordt gereden. Weer even later zegt verdachte 5 tegen zijn vader (= verdachte 4) dat "hij" (vermoedelijk de jongen) nu gaat vertrekken en weer even later zegt verdachte 5 dat die jongen achter hem zit en dat hij 34 heeft opgehaald. Kort hierna zegt verdachte 4 dat verdachte 5 alvast moet gaan. Weer even later geeft verdachte 4 aan dat er afstand gehouden moet worden met twee auto's en om 15.10 uur lijkt de reeks gesprekken te eindigen met de mededeling van verdachte 5 dat "hij" (de rechtbank begrijpt: de jongen) naar binnen is gegaan.
Meteen hierna, omstreeks 15.13 uur, belt verdachte 4 naar een onbekende man die
gebruik maakt van het telefoonnummer (...). In dat gesprek zegt de onbekende man dat hij al thuis is en wanneer verdachte 4 vraagt of de onbekende man weet hoe hij binnen moet komen geeft deze man aan dat hij het wel zal vinden. Vervolgens noemt verdachte 4 een aantal nummers en zegt dat de onbekende man het nummer 84 (verdachte 1 woont aan de (…)) moet onthouden. Inmiddels heeft verdachte 2 zijn reguliere telefoon weer aangezet en belt hij om 16.08 uur naar zijn vrouw (...) en zegt dat het gebeurd is.
Op 18 mei 2013 vinden er telefoongesprekken plaats tussen verdachte 1, verdachte 4 en (...) (...) waarin wordt gesproken over wie het huurcontract heeft, over de tenaamstelling en een betaalbewijs. (...) zal een en ander bij verdachte 1 in de brievenbus gooien. Dit gaat kennelijk over de eerder gehuurde auto. Op 21 mei 2013 vinden er immers opnieuw gesprekken plaats tussen verdachte 1, (...) en ook verdachte 5 waarin weer wordt gesproken over het originele huurcontract en of de wagen voor 10 uur terug moet zijn.
Op 18 mei 2013 vindt er ook een gesprek plaats tussen verdachte 1 en verdachte 2 over de buurvrouw van verdachte 1 die klaagt over ‘ongure types’ aan de deur waarna verdachte 2 zegt dat ze nu geen zin hebben in gezeik en dat ze maar over 10 of 14 dagen moet klagen.
Op 20 mei 2013 spreken verdachte 4 en verdachte 2 weer een aantal keren met elkaar en spreken over ‘die dingen gezien’ en zeven meenemen, en eentje hier houden als monster, dat ze niet hetzelfde zijn en dat alles open moet ‘of die dubbele W’ er op zit en waarbij zij tevens spreken dat er één opengemaakt moet worden met een mesje en dat je dan de stempel kan zien maar dat verdachte 2 dat niet wil en dat verdachte 4 zegt dat verdachte 2 het maar met verdachte 5 samen open moet maken.
Op 21 mei 2013 om 11.58 uur spreken verdachte 1 en verdachte 3 elkaar en verdachte 3 zegt dat het in (...) is, dat de directeur daar van de citroenen en de appels weet, dat hij gaat laden (de rechtbank begrijpt: de koelcontainer) en bij hem thuis aan de stekker zetten. Diezelfde dag om 12.23 uur geeft verdachte 1 het adres van (...) te (...) en het mobiele telefoonnummer van (…) telefonisch aan verdachte 3 door.
Uit deze opgenomen en afgeluisterde telefoongesprekken in de periode vanaf 12 mei 2013 tot en met 21 mei 2013 blijkt dat een groep personen bestaande uit verdachte 1 en verdachte 2, verdachte 4, verdachte 5 en verdachte 6, intensief (telefonisch) contact met elkaar onderhoudt over containers met limoenen. Vanaf 21 mei 2013 wordt er in de getapte gesprekken ook met zoveel woorden gerefereerd aan ‘nummer 3’. Alle omstandigheden overziend moet dit wel gaan over de derde container met nummer BMOU9505783 waarin uiteindelijk ook daadwerkelijk cocaïne is aangetroffen.
De volgende getapte gesprekken en observatiewaarnemingen tussen 21 mei 2013 en de aanhouding op 29 mei 2013 van verdachte 1, verdachte 2, verdachte 4 en verdachte 6 zijn in dit kader dan ook relevant:
- op 21 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 2 waarin verdachte 1 zegt dat ze nummer 3 al hebben en dat hij morgen moet afstempelen;
- op 21 mei 2013 tussen verdachte 1 en verdachte 6 waarin verdachte 1 zegt dat nummer 3 er nu ook is, dat snor (= verdachte 4) naar (...) (= verdachte 1) moet luisteren en dat (...) (= verdachte 6) morgen even weg moet; half uurtje heen en half uurtje terug;
- op 21 mei 2013 tussen verdachte 1 en verdachte 6 waarin verdachte 1 zegt dat hij net verdachte 5 aan de telefoon had en dat ze het nu goed moeten blijven doen.
Op 21 mei 2013 werd verdachte 3 onder observatie genomen en werd waargenomen dat op het terrein van het bedrijf (...) twee koelcontainers aanwezig waren. Dit betroffen de containers met de nummers CBHU2825234 (container 1) en
CBHU2975147 (container 2). Rond 15.30 uur werd waargenomen dat verdachte 3 met een vrachtwagencombinatie arriveerde bij het bedrijf (...) en dat er verschillende pallets met goederen werden overgeladen vanuit container 1 naar de vrachtwagencombinatie waarmee verdachte 3 was gearriveerd. Hierna verliet verdachte 3 met de vrachtwagencombinatie het terrein van (...).
- op 22 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 2 waarin verdachte 1 zegt dat hij vanmiddag even naar die andere kant gaat om te stempelen en verdachte 2 vraagt of die ook naar de fotograaf gaat;
- op 22 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 6 waarin verdachte 1 zegt dat die zoon van snor (= verdachte 5) ook even komt, dat het er hem omgaat even naar (...) rijden, stempel zetten en klaar.
Op 22 mei 2013 is door middel van observaties waargenomen dat verdachte 5, terwijl hij in het gezelschap was van verdachte 6, op een parkeerplaats in (...) contact maakte met de bestuurder van een Hyundai voorzien van het kenteken (...). Even daarvoor werd gezien dat de bestuurder van deze Hyundai het bedrijf (...) in (...) verliet en dat hij een aantal formulieren bij zich droeg. Kort nadat verdachte 5 en de bestuurder van de Hyundai elkaar hebben ontmoet, gaan zij uit elkaar en de bestuurder van de Hyundai rijdt terug naar het bedrijf (...). Hij loopt het terrein op en weer wordt gezien dat hij een aantal formulieren bij zich draagt.
Bij navraag bij de RDW bleek dat het kenteken (...) op naam was gesteld van (...) (...), die aan het bedrijf (...) is verbonden.
- op 22 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 5 waarin laatstgenoemde zegt dat de eerste is opgehaald, dat de tweede morgen wordt opgehaald en of zij de papieren moeten hebben van de derde. Verdachte 1 antwoordt daarop dat er al twee zijn opgehaald, dat verdachte 5 gewoon moet doen zoals het altijd gaat en dat hij de papieren wil hebben;
- op 22 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 2 waarin verdachte 2 wederom tot twee maal toe vraagt of de fotograaf er nog bij komt, verdachte 2 zegt dat snor (= verdachte 4) weet hoe hij dat moet regelen en dat hij nu zijn telefoon uit zet;
- op 23 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 3 1 waarin verdachte 1 vraagt of verdachte 3 heeft gekeken hoeveel uit de container is gehaald die net is verkocht aan de jongen van (…), omdat daar een paar pallets monsters uit zijn getrokken. Twee pallets zijn opnieuw gesealed. Daarop zegt verdachte 3 dat hij de volledige pallets heeft, waarop verdachte 1 zegt dat dat niet kan en verdachte 3 zegt dat hij dat begrijpt;
- op 23 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 3 1 waarin verdachte 1 zegt dat op de laadbrief de naam van ons/zijn bedrijf moet staan, te weten (...) in Rotterdam en dat ze een stuk verder zijn en dat de derde er aan komt en voorts een gesprek waarin verdachte 3 zegt dat er 2 containers zijn binnengekomen en dat uit eentje geen monsters zijn uitgenomen en dat de verdachte 1 zegt dat hij de complete al heeft verkocht en dat bij deze container de ontbrekende dozen van de rekening moeten worden afgetrokken en dat hij nu de vrachtbrieven gaat invullen en dat hij een stempel heeft;
- op 23 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 5 waarin verdachte 1 zegt dat hij die stempel moet hebben en verdachte 5 zegt dat hij Lange (= verdachte 6) nodig heeft, dat voor schipper (= (...)) een grotere moet worden gereserveerd en dat Lange 3 moet krijgen;
- op 23 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 3 en (...) waarin wordt afgesproken dat verdachte 3 op zaterdag 24 mei 2013 de limoenen bij (...) in (…) komt brengen;
- op 23 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 3 en verdachte 1 waarin verdachte 3 zegt dat hij de vrachtbrief van (...) kan gebruiken en verdachte 1 zegt dat verdachte 3 zaterdag dan die lange moet oppakken; of hij moet naar het terrein toerijden dat hij daar effe instapt, zegt verdachte 3;
- op 23 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 5 waarin verdachte 5 zegt dat hij de naam wil weten van die schipper, Verdachte 1 dan de naam (...) doorgeeft aan verdachte 6 (die bij verdachte 5 is), verdachte 5 het telefoonnummer van Bo-Rent aan verdachte 1 geeft en tegen hem zegt dat hij een sprinter busje voor zaterdag moet regelen op naam van die schipper en dat Lange (= verdachte 6) 3 moest hebben;
- op 23 mei 2013 een gesprek waarin verdachte 1 voor vrijdag en zaterdag een Sprinter reserveert bij Bo-Rent op naam van (...);
- op 24 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en (...) waarin verdachte 1 zegt dat lange (...) (= verdachte 6) (...) zal oppikken om naar Bo-rent te gaan om een sprinter te huren;
Op 24 mei 2013, omstreeks 11.15 uur, werd door een politieobservatieteam waargenomen dat verdachte 6 en (...) bij het bedrijf Bo-Rent in Rhoon zijn geweest en even later wegreden in een Mercedes Sprinter bestelauto voorzien van het kenteken (…). Deze Mercedes Sprinter werd nabij de woning van (...) aan de Maaskade te Rotterdam geparkeerd.
- op 24 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 4 waarin verdachte 1 zegt dat een sprinter is gehaald;
- op 24 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 4 waarin verdachte 1 zegt dat hij die eerste twee al heeft verkocht, zij zetten dat op de rekening en dan kunnen zij daar alles lekker van betalen. Tevens zegt verdachte 1 dat het beter is dat hij verdachte 4 morgen even ziet;
- op 24 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 2 waarin verdachte 1 zegt dat (...) niet is betaald, dat hij morgen snor (= verdachte 4) ziet en dan van de hoed en rand weet. Verderop in het gesprek zegt verdachte 1 dat hij (kennelijk aan (...)) had gevraagd of alles oke was en dat "hij" ((...)) had gezegd van niet. Verdachte 1 zegt dat hij enorm was geschrokken en gevraagd had of het fout was waarop "hij" ((...)) had gezegd dat de transportdingen niet betaald waren;
- op 24 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 6 waarin verdachte 1 zegt dat verdachte 6 morgen niet moet vergeten een kaartje mee te nemen van die mensen en dat de factuur voor (...) is;
- op 25 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 4 en verdachte 5 waarin verdachte 4 zegt dat zij weer 4 telefoons moeten regelen;
- op 27 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 3 waarin verdachte 3 zegt dat er in totaal 12 doosjes zijn afgetrokken;
- op 28 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 1 en verdachte 6 waarin verdachte 6 zegt dat hij on tour is van hot naar her, Verdachte 1 aan hem vraagt of het stempeltje nog is gelukt, waarin verdachte 6 zegt dat hij deze heeft opgehaald en bij zich heeft in de auto. Verdachte 1 zegt dat hij vandaag nog met (...) (= verdachte 2) naar (…) toe moet;
- op 28 mei 2013 een gesprek tussen verdachte 6 en verdachte 5 waarin verdachte 5 zegt dat zij elkaar tussen half 11 en 11 uur zien bij die ding (= de Mercedes Sprinter), die bij die schip (= (...)) is gezet en dat ‘het ding om mee te praten’ toch bij die andere is.
Op 29 mei 2013 wordt door het observatieteam van de politie omstreeks 10.20 uur gezien dat verdachte 6 het portiek van de woning van verdachte 1 binnen gaat. Rond 11.15 uur wordt gezien dat een onbekende man (naar later blijkt de verdachte 8), die even daarvoor is afgezet op de Maaskade te Rotterdam, arriveert bij de Mercedes Sprinter die de week ervoor bij Bo-Rent is gehuurd. Verdachte 6, die inmiddels het portiek van de woning van verdachte 1 heeft verlaten, rijdt met zijn Fiat naar de Mercedes Sprinter. Verdachte 6 bestuurt daarbij zijn Fiat en de Mercedes sprinter wordt bestuurd door verdachte 8. Zij rijden via de loods aan de (...) in Dordrecht naar (...) alwaar zij een restaurant bezoeken. Nadat zij dit restaurant bezocht hebben, rijden zij verder in de Fiat en de Mercedes Sprinter.
Inmiddels wordt gezien dat verdachte 2 arriveert bij de woning van verdachte 1 en even later een nabij deze woning gelegen hotel bezoekt. Kort hierna verlaat verdachte 2, in gezelschap van verdachte 4, dit hotel en rijden zij in een Volkswagen Golf naar (...). In (...) maken zij contact met verdachte 6 en verdachte 8. Kort hierna rijdt verdachte 6 met de Fiat en verdachte 8 met de Mercedes Sprinter naar het bedrijf (...). Verdachte 8 rijdt met de Mercedes Sprinter het terrein van (...) op en verdachte 6 wacht in zijn Fiat in de omgeving van (...). Ook verdachte 2 en verdachte 4 blijven in de nabijheid van (...).
Na ongeveer 1 uur wordt gezien dat de Mercedes Sprinter het terrein van (...) verlaat en uiteindelijk naar de Maaskade te Rotterdam rijdt alwaar de auto door verdachte 8 wordt geparkeerd. Verdachte 4, verdachte 2 en verdachte 6 arriveren kort daarna ook in Rotterdam. Nadat gezien wordt dat verdachte 2, verdachte 4, verdachte 6 en verdachte 8 op het Halfrond te Rotterdam (dit is nabij de woning van verdachte 1) bij elkaar komen en een gesprek voeren, worden zij aangehouden. Verdachte 1 is kort daarna in zijn woning aan de (…) te (…) aangehouden.