ECLI:NL:RBROT:2014:1813
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vernietiging omgevingsvergunning voor windturbines wegens onjuiste kennisgeving
Op 12 maart 2014 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de omgevingsvergunning voor de bouw van acht windturbines van circa 150 meter hoogte langs het Hartelkanaal in Rotterdam. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam op 30 augustus 2011. Verzoekers, bewoners van de aangrenzende gemeente Bernisse, hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, omdat zij van mening zijn dat de kennisgeving van het ontwerpbesluit niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de kennisgeving in een huis-aan-huisblad dat niet in de gemeente Bernisse werd verspreid, onvoldoende was om belanghebbenden te bereiken. Hierdoor was de kennisgeving niet op een geschikte wijze gedaan, wat in strijd is met artikel 3:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank vernietigde de omgevingsvergunning en oordeelde dat de beroepschriften van verzoekers ontvankelijk waren, ondanks dat deze buiten de beroepstermijn waren ingediend. De voorzieningenrechter weigerde echter een voorlopige voorziening te treffen, omdat de belangen van de vergunninghoudster zwaarder wogen dan die van de verzoekers. De voorzieningenrechter concludeerde dat de bouw van de windturbines al in een vergevorderd stadium was en dat de verzoekers onvoldoende aannemelijk hadden gemaakt dat er sprake was van een acuut en onacceptabel veiligheidsrisico. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de verzoekers.