ECLI:NL:RBROT:2014:10185
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van de Telecommunicatiewet door de Autoriteit Consument & Markt in relatie tot KPN en Tele2
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Tele2 Nederland B.V. en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de handhaving van de Telecommunicatiewet. Tele2 had een handhavingsverzoek ingediend bij de ACM, waarin zij stelde dat KPN zich niet hield aan de price caps die waren vastgesteld in het Wholesale price cap-besluit (WPC-besluit) van 27 september 2006. Tele2 en andere partijen, waaronder BT Nederland N.V. en Verizon Nederland B.V., hadden bezwaar gemaakt tegen het besluit van ACM om niet handhavend op te treden tegen KPN. De rechtbank oordeelde dat ACM zich terecht onbevoegd had verklaard om het verzoek om handhaving te behandelen, omdat er geen sprake was van een overtreding van de Telecommunicatiewet door KPN. De rechtbank baseerde haar oordeel op de overwegingen van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, dat eerder had geoordeeld dat de ontmiddelde tarieven die KPN hanteerde, in overeenstemming waren met de regelgeving. De rechtbank concludeerde dat de ACM niet tekort was geschoten in haar handhavingstaak, aangezien de door KPN gehanteerde tarieven niet in strijd waren met de geldende wet- en regelgeving. Het beroep van Tele2 werd ongegrond verklaard, en de rechtbank wees de proceskostenveroordeling af. Deze uitspraak bevestigt de noodzaak voor duidelijke richtlijnen en handhaving binnen de telecommunicatiesector, vooral met betrekking tot prijsregulering en concurrentie.