ECLI:NL:RBROT:2013:CA1201
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Boete wegens te veel ontvangen studiefinanciering door niet wonen op GBA-adres
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de opgelegde boete aan eiser wegens te veel ontvangen studiefinanciering. Eiser ontving een uitwonendenbeurs, maar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelde vast dat eiser niet op het GBA-adres woonde. Dit leidde tot de conclusie dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor de uitwonendenbeurs, wat resulteerde in een terugvordering van € 1.143,24 en een boete van 50% van dit bedrag. Eiser heeft tegen deze besluiten bezwaar aangetekend, maar de minister verklaarde de bezwaren ongegrond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in de periode van 1 januari 2012 tot 1 september 2012 niet op het GBA-adres woonde, zoals bevestigd door de hoofdbewoonster van het adres. De rechtbank oordeelde dat de minister op goede gronden tot intrekking van de uitwonendenbeurs was overgegaan en dat de terugvordering van de studiefinanciering terecht was. Echter, de rechtbank oordeelde ook dat de opgelegde boete van 50% te hoog was, omdat er geen omstandigheden waren die een maximale boete rechtvaardigden. De rechtbank halveerde de boete tot € 285,81.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor zover het de opgelegde boete betreft, vernietigde het bestreden besluit en bepaalde dat de minister het betaalde griffierecht van € 944,-- aan eiser moest vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.