ECLI:NL:RBROE:2010:BP3762
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om beëindiging van de strafzaak na sepotbeslissing
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 29 december 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot beëindiging van de strafzaak tegen de verzoeker, geboren in 1994 en woonachtig te Venlo. De verzoeker had een verzoek ingediend op basis van artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering, nadat de officier van justitie had besloten de zaak te seponeren. De rechtbank heeft op 15 december 2010 zowel de officier van justitie als de raadsman van de verzoeker, mr. A.B.E. van Kan, gehoord. De verzoeker en de belanghebbende waren echter niet verschenen op de zitting. De officier van justitie bevestigde dat de zaak was geseponeerd, en de rechtbank concludeerde dat de belanghebbende geen beklag zou indienen, gezien zijn afwezigheid.
De rechtbank heeft de feiten van de zaak in overweging genomen, waaronder de sepotbeslissing van de officier van justitie van 19 juli 2010. De raadsman van de verzoeker had verzocht om de strafzaak te beëindigen, zodat belanghebbenden geen beklag meer konden indienen. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de ontvankelijkheid van het verzoek alleen aan de orde kan zijn als er belanghebbenden zijn die een beklagprocedure kunnen overwegen. Aangezien de belanghebbende niet was verschenen, concludeerde de rechtbank dat deze geen belang had in de uitkomst van de procedure.
Uiteindelijk heeft de rechtbank, na afweging van de belangen van de verzoeker en de belanghebbende, besloten het verzoek van de verzoeker toe te wijzen en de zaak te beëindigen. De beschikking werd gegeven door kinderrechter mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, in aanwezigheid van griffier J.H.J. van Daal, en werd uitgesproken tijdens de openbare zitting op 29 december 2010.