ECLI:NL:RBROE:2010:BP3761
Rechtbank Roermond
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding na inverzekeringstelling en de toepassing van artikel 89 Sv
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 17 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Verzoeker, geboren in 1994 en domicilie kiezende te Venlo, had een verzoekschrift ingediend voor schadevergoeding voor de dagen die hij in verzekering had doorgebracht. Het verzoek werd behandeld in een met gesloten deuren gehouden raadkamer op 3 november 2010, waarbij de officier van justitie en de raadsman van verzoeker, mr. A.B.E. van Kan, aanwezig waren.
De rechtbank overwoog dat, gezien de levensomstandigheden van verzoeker, er gronden van billijkheid aanwezig waren om een schadevergoeding toe te kennen. Bij het bepalen van het aantal dagen dat verzoeker in een politiecel had doorgebracht, werd aansluiting gezocht bij artikel 136 lid 1 Sv, dat bepaalt dat de eerste dag van de inverzekeringstelling als een volledige dag wordt vergoed, terwijl de dag van invrijheidstelling niet voor vergoeding in aanmerking komt. Verzoeker had één dag in een politiecel doorgebracht, waarvoor de rechtbank een schadevergoeding van € 105,00 toekende.
De rechtbank wees het verzoek om een hogere schadevergoeding van € 210,00 per dag af, aangezien de officier van justitie geen bezwaar had tegen de toewijzing van het verzoek voor de ene dag. De rechtbank concludeerde dat de zaak was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, omdat de strafzaak tegen verzoeker was geseponeerd wegens onvoldoende wettig bewijs. De beslissing werd genomen op basis van de artikelen 89 en 90 Sv, en de rechtbank beval de griffier om het toegekende bedrag aan verzoeker uit te betalen.