ECLI:NL:RBROE:2008:BG7851
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bij minderjarige verdachten wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 22 december 2008 geoordeeld over de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van een minderjarige verdachte. De rechtbank overweegt dat bij minderjarige verdachten, in uitzonderlijke gevallen, de consequentie van het overschrijden van de redelijke termijn kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Dit oordeel is gebaseerd op de uitgangspunten die zijn geformuleerd in eerdere arresten van de Hoge Raad, waarin is vastgesteld dat voor minderjarigen uitzonderingen bestaan op de regels omtrent de redelijke termijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op 5 oktober 2006 werd verdacht van het bezitten van kinderpornografisch materiaal, gedurende een lange periode onder de dreiging van strafvervolging heeft moeten leven. De raadsvrouwe van de verdachte heeft aangevoerd dat er sprake is van schending van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft deze argumenten overwogen en geconcludeerd dat de redelijke termijn in dit geval met meer dan tien maanden is overschreden.
De rechtbank heeft daarbij het bijzondere karakter van het jeugdstrafrecht en de bepalingen van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) in aanmerking genomen. De rechtbank is van oordeel dat de lange duur van de procedure, in combinatie met de specifieke omstandigheden van de minderjarige verdachte, heeft geleid tot een situatie waarin het openbaar ministerie het recht op vervolging heeft verloren. De rechtbank heeft daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, waarmee de rechtbank een belangrijke uitspraak heeft gedaan over de bescherming van de rechten van minderjarigen in het strafrecht.