Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
[bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf]), laatstelijk statutair gevestigd te [vestigingsplaats 2],
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
€ 290.610,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 september 2023, subsidiair de datum van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening;
€ 290.610,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 september 2023, subsidiair de datum van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening;
5.De beoordeling
8 november 2022 had moeten gebeuren en dit pas op 10 december 2022 is gebeurd, aldus nog steeds de curator.
31 december 2020 respectievelijk op 31 december 2021 openbaar hadden moeten worden gemaakt. Deze jaarrekeningen zijn echter pas op 26 juni 2021 respectievelijk 10 februari 2022 gedeponeerd. Er is daarom sprake van een termijnoverschrijding van enkele weken tot maanden.