Uitspraak
1.Samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 23 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
3.De feiten
4.Het geschil
- de huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde te beëindigen per 31 mei 2025, althans een in goede justitie te bepalen datum;
- de datum te bepalen waarop de huurovereenkomst eindigt, met veroordeling van [partij B] om het gehuurde op die datum te ontruimen en leeg, vrij van huur- en gebruiksrechten en volledig conform de huurovereenkomst aan haar op te leveren, onder inlevering van alle sleutels;
- [partij B] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te voldoen binnen zeven dagen na dagtekening van het vonnis onder bepaling dat indien de kosten niet binnen deze termijn zijn voldaan, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente is verschuldigd.
5.De beoordeling
in verband metwerken ten algemene nutte”. [2] In casu is niet komen vast te staan dat [partij A] het gehuurde heeft gekocht met het oog op een dergelijke herontwikkeling. De stelling van [partij B] “dat [partij A] het gehuurde in 2022 natuurlijk niet bij toeval heeft aangekocht” (punt 8 van haar spreekaantekeningen) is daarvoor onvoldoende.
vaststellingvan een bedrag aan schadevergoeding, niet (ook) op een veroordeling tot betaling.
6.De beslissing
dinsdag 17 juni 2025voor het nemen van een akte door [partij B] over wat is vermeld onder 5.11, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,