ECLI:NL:RBOVE:2024:6972
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van aspirant agent wegens niet-geschiktheid en bezwaar tegen ontslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 30 december 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de korpschef van politie om haar eervol ontslag te verlenen als aspirant agent, niveau 4, beoordeeld. Eiseres had bezwaar aangetekend tegen dit ontslag, dat was ingegaan op 15 juni 2022. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar primair niet-ontvankelijk was, maar subsidiair ongegrond. De korpschef had in redelijkheid kunnen concluderen dat eiseres door haar houding en gedrag een onwerkbare situatie had gecreëerd en het vertrouwen in haar geschiktheid voor de functie ernstig had geschaad. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet aan de eisen van geschiktheid voldeed, zoals vereist in artikel 89, vierde lid, onder a, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). Eiseres had zich tijdens haar opleiding niet gehouden aan gemaakte afspraken en had geen adequaat plan van aanpak ingediend. De rechtbank concludeert dat het ontslag terecht is verleend en dat eiseres geen reële kans heeft gehad om haar geschiktheid aan te tonen, mede omdat zij zich niet aan de voorwaarden hield die haar waren gesteld. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigt dat het bestreden besluit in stand blijft.