Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.mr. [gedaagde 1] , notaris
2.
Mr. [gedaagde 2] , kandidaat-notaris
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Overijssel
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 4 december 2024, staat de vraag centraal of het testament van erflaatster, opgemaakt op 23 mei 2022, nietig is. Eiser, die zich beroept op de geestelijke onbekwaamheid van erflaatster ten tijde van het opmaken van het testament, vordert een verklaring voor recht dat het testament nietig is en dat de afwikkeling van de nalatenschap dient te geschieden volgens het voorlaatste testament van 25 augustus 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet is aangetoond dat erflaatster op het moment van het opmaken van het testament niet in staat was haar wil te bepalen. De rechtbank oordeelt dat de vorderingen van eiser worden afgewezen, omdat de notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht en de wilsbekwaamheid van erflaatster niet in twijfel trok. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.726,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.