9.1In het herstelbesluit dat betrekking heeft op de B.V. aan de [adres 2] heeft verweerder op basis van het rapport van Alcedo op vijf punten overtredingen van de geluidnormen geconstateerd. De door verweerder geconstateerde overtredingen, zijn conclusies en besluiten daarover alsmede de reactie van de STAB daarop worden hieronder weergegeven. Daarbij merkt de rechtbank op dat verweerder aan het niet (tijdig) voldoen door de B.V. aan de opgelegde lasten een dwangsom heeft verbonden van € 1.000,- per geconstateerde overtreding, tot een maximum van € 10.000,-. Verder merkt de rechtbank op dat [eiser c.a.] en [eiseres c.a.] in de beroepsgronden die zij in deze zaken hebben aangevoerd niet of nauwelijks onderscheid hebben gemaakt tussen het herstelbesluit dat betrekking heeft op de V.O.F. enerzijds en het herstelbesluit dat betrekking heeft op de B.V. anderzijds. De gronden die zijn weergegeven in de rechtsoverwegingen 8.2 en 8.3 gelden daarom ook voor het herstelbesluit dat op de B.V. betrekking heeft. Wel heeft [eiser c.a.] specifiek over de [adres 2] aangevoerd dat vanuit de schuren het geluid van dieren hoorbaar is.
9.2.1Verweerder heeft geconcludeerd dat het maximaal toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, dat is vastgelegd in voorschrift 7.2.1 van de voor de B.V. geldende revisievergunning van 30 september 2014 (hierna: de revisievergunning), ter plaatse van de woningen van [eiser c.a.] in de dagperiode met 2 dB wordt overschreden en in de avondperiode met 8 dB wordt overschreden als gevolg van het aanrijden van voer in de sleufsilo’s en werkzaamheden aan de voorzijde van het buitenterrein met shovel en/of verreiker. Volgens verweerder is het echter niet aannemelijk dat deze activiteiten in de dagperiode bijdragen aan de geluidhinder die [eiser c.a.] ervaart, omdat een verschil van 2 dB als zodanig niet kan worden opgemerkt. Daarom heeft verweerder afgezien van handhavend optreden tegen deze activiteiten. Wel heeft verweerder de B.V. gelast om binnen zes weken na de verzending van het herstelbesluit het gebruik van shovel en verreiker op het buitenterrein in de avondperiode te beëindigen.
9.2.2De STAB heeft ook op dit onderdeel geconcludeerd dat verweerder niet heeft kunnen aansluiten bij de conclusie uit het rapport van Alcedo, dat een overschrijding van de geluidnorm met 2 dB in de dagperiode niet bijdraagt aan de geluidhinder die door [eiser c.a.] wordt ervaren. Daarnaast heeft de STAB ook ten aanzien van de [adres 2] geconcludeerd dat de conclusies in het rapport van Alcedo over het bronvermogen van shovel en verreiker niet op een volledige beschouwing berusten.
Verder heeft de STAB geconcludeerd dat verweerder niet op basis van het rapport van Alcedo de maatregel heeft kunnen opleggen om de werkzaamheden met de shovel en verreiker op het buitenterrein in de avondperiode geheel te beëindigen, omdat op grond van de revisievergunning de shovel of verreiker in de avondperiode wel 0,5 uur rond de stallen B en C gebruikt kan worden, zonder dat de geluidsnorm wordt overschreden.
9.3.1Verweerder heeft geconcludeerd dat het maximaal toegestane geluidsniveau, dat is vastgelegd in voorschrift 7.4.1 van de revisievergunning, in de dagperiode met 11 dB en in de avondperiode met 14 dB wordt overschreden door het schrapen van de shovelbak over de grond. Volgens verweerder betreft dit een berekening aan de hand van bronmetingen en opgegeven gebruik. Uit constateringen ter plaatse en inspectie van de bodem van de kuilvoerplaat blijkt dat het schrapen niet of nauwelijks plaatsvindt. Gezien het opgelegde verbod op het gebruik van de shovel in de avondperiode zal overschrijding van de geluidnorm volgens verweerder dan ook niet meer plaatsvinden.
9.3.2In het rapport van de STAB is hierover overwogen dat in het rapport van Alcedo wordt aanbevolen om een organisatorische maatregel te treffen binnen het bedrijf in de vorm van een instructie die voorschrijft dat het (onnodig) slepen of duwen van de shovelbak over de grond zoveel mogelijk moet worden voorkomen en alleen wordt toegestaan ten behoeve van een functionele toepassing. Daarnaast is in het rapport van Alcedo aangegeven dat dergelijke werkzaamheden mogelijk kunnen worden beperkt tot de dagperiode. De STAB acht het aannemelijk dat het schrapen met de bak van de shovel over de bodem van een sleufsilo tijdens het uithalen van kuilvoer niet geheel kan worden voorkomen gedurende de bedrijfsduur van dit uithalen van drie uur (twee uur in de dagperiode en één uur in de avondperiode). Ook vindt volgens de STAB contact tussen de shovelbak en de bodem plaats bij het schuiven van de bak over de bodem, zonder dat geschraapt wordt. Zij concludeert in haar rapport dat verweerder in het herstelbesluit de conclusie in het rapport van Alcedo ten aanzien van de overschrijdingen door het schrapen met de shovelbak over de bodem van de sleufsilo’s bij het uithalen van kuilvoer niet heeft gevolgd, ondanks dat in de dagperiode ten gevolge van deze activiteit piekgeluiden kunnen optreden die de geluidsnorm met 11 dB overschrijden.
9.4.1Verweerder heeft geconcludeerd dat het maximaal toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de incidentele bedrijfssituatie, dat is vastgelegd in voorschrift 7.3.1 van de revisievergunning, in de dagperiode en de nachtperiode met 2 dB en in de avond-periode met 6 dB wordt overschreden, als gevolg van de activiteiten die in het kader van de afvoer van drijfmest met vrachtwagens in de dagperiode op het buitenterrein plaatsvinden en het gebruik van shovel en verreiker, het verladen van drijfmest en het gebruik van achteruitrijdsignalering in de avond- en/of nachtperiode. Hiervoor heeft verweerder de B.V. de last opgelegd om uiterlijk zes weken na de verzending van het herstelbesluit aan de noordzijde van de stallen geen mest meer te laden in vrachtwagens en de genoemde activiteiten in de avond- en nachtperiode te beëindigen.
9.4.2De STAB heeft in haar rapport vastgesteld dat verweerder in het herstelbesluit bij het opleggen van de last over de afvoer van drijfmest aan de noordzijde van de stallen twee mogelijke maatregelen die in het rapport van Alcedo zijn beschreven niet heeft meegenomen. De eerste mogelijke maatregel is het aanpassen van de rijroute, zodanig dat achteruitrijden van de vrachtwagens naar het laadpunt niet noodzakelijk is. De tweede mogelijkheid is het beperken van de verladingen van drijfmest tot laadpunten ter plaatse van de stallen B en C, die op grotere afstand van de woningen van [eiser c.a.] liggen dan het laadpunt bij stal D. Verder zijn in het rapport van Alcedo vrachtwagenbewegingen tussen stal D en de sleufsilo’s gemodelleerd, terwijl de STAB tijdens het locatiebezoek heeft geconstateerd dat daarvoor geen ruimte bestaat. De STAB concludeert dat verweerder niet heeft onderzocht waarom in het rapport van Alcedo een overschrijding van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de incidentele bedrijfssituatie voor de grootschalige afvoer van drijfmest is berekend, terwijl de geluidnorm in de vergunde situatie op deze activiteit is gebaseerd.
Voor de bevindingen over het gebruik van shovel en verreiker heeft de STAB verwezen naar de conclusies die zij bij de beoordeling van een eerder punt daarover heeft getrokken. Dat zijn de conclusies die in deze uitspraak zijn vermeld in rechtsoverweging 9.2.2.
Verder heeft de STAB geconcludeerd dat Alcedo het piekgeluid van de achteruitrijd-signalering van vrachtwagens heeft opgenomen in het maximale bronvermogen dat voor vrachtwagens is gehanteerd. Voor de bevindingen over de gehanteerde bronvermogens van vrachtwagens heeft de STAB verwezen naar de conclusies die zij daarover heeft getrokken bij de beoordeling van dit onderwerp bij de [adres 1] . Dat zijn de conclusies die in deze uitspraak zijn vermeld in rechtsoverweging 8.8.
9.5.1Verweerder heeft geconcludeerd dat het maximaal toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de incidentele bedrijfssituatie (voorschrift 7.3.1 van de revisie-vergunning) in de dagperiode met 3 dB en in de avond- en de nachtperiode met 8 dB wordt overschreden, als gevolg van de afvoer van drijfmest met behulp van vrachtwagens, tractor en giertank. Volgens verweerder is aanpassing van deze activiteiten echter niet noodzakelijk, omdat deze plaatsvinden in de incidentele bedrijfssituatie. Bovendien wordt de vacuümpomp niet meer gebruikt.
9.5.2Hierover heeft de STAB geconcludeerd dat Alcedo in de berekeningen voor het pompen van mest ten onrechte is uitgegaan van een bronvermogen van 98 dB(A), omdat daarbij moet worden uitgegaan van een bronvermogen van 99 dB(A). Verder heeft de STAB geconcludeerd dat het pompen van mest met een vacuümpomp binnen de vergunde situatie mogelijk is.
9.6.1Verweerder heeft geconcludeerd dat het maximaal toegestane geluidsniveau in de incidentele bedrijfssituatie, dat is vastgelegd in voorschrift 7.4.1 van de revisievergunning, in de dagperiode met 10 dB, in de avondperiode met 14 dB en in de nachtperiode met 8 dB wordt overschreden vanwege afvoer met vrachtwagens. Deze overschrijdingen van de maximale geluidsnormen zijn het gevolg van het schrapen van de shovelbak over de grond in de dag- en de avondperiode, het gebruik van de achteruitrijdsignalering van vrachtwagens en het gebruik van shovel en verreiker in de avondperiode en het gebruik van de achteruitrijdsignalering in de nachtperiode. Hiervoor heeft verweerder de B.V. de last opgelegd om binnen zes weken na de verzending van het herstelbesluit in de avondperiode het gebruik van shovel en verreiker te beëindigen en zowel in de avondperiode als in de nachtperiode de achteruitrijdsignalering van vrachtwagens uit te schakelen.
9.6.2Voor de bevindingen over het schrapen van de shovelbak over de grond heeft de STAB verwezen naar de conclusies die zij bij de beoordeling van een eerder punt daarover heeft getrokken. Dat zijn de conclusies die in deze uitspraak zijn vermeld in rechts-overweging 9.3.2.
Voor de bevindingen over het gebruik van shovel en verreiker heeft de STAB verwezen naar de conclusies die zij bij de beoordeling van een eerder punt daarover heeft getrokken. Dat zijn de conclusies die in deze uitspraak zijn vermeld in rechtsoverweging 9.2.2.
Verder heeft de STAB geconcludeerd dat verweerder in het herstelbesluit, in afwijking van de conclusies in het rapport van Alcedo, het uitschakelen van de achteruitrijdsignalering van vrachtwagens van derden zonder motivering als maatregel heeft opgelegd. Daarbij heeft de STAB aangegeven dat het haar ervaring is dat het in de praktijk ook zelden mogelijk blijkt om de achteruitrijdsignalering van vrachtwagens van derden uit te schakelen.