Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiseres 1],
UNITED GROEP OFFSHORE S.A.L.(bedoeld wordt: UNITED GROUP OFFSHORE S.A.L.),
1.VERSIO B.V. (nu: YOUR HOSTING B.V.),
REALTIME REGISTER B.V.,
TWITTER NETHERLANDS B.V.,
TWITTER INTERNATIONAL COMPANY ULC(nu: TWITTER INTERNATIONAL UNLIMITED COMPANY),
FACEBOOK NETHERLANDS B.V.,
FACEBOOK IRELAND LIMITED(bedoeld wordt: META PLATFORMS IRELAND LIMITED),
1.Samenvatting
Zij vordert als voorlopige voorziening dat gedaagden de NAW-gegevens verstrekken van de bouwer/houder van de websites en gebruiker van de twitter- en facebookaccounts waarop deze beschuldiging is geuit dan wel te zien is, op straffe van een dwangsom.
Verder wil [eiseres c.s.] de nu nog onbekende derden die via gedaagden de gewraakte beschuldiging verspreiden, in rechte betrekken. Als de gevorderde NAW-gegevens worden toegewezen, dan wil [eiseres c.s.] deze derden in vrijwaring oproepen dan wel separaat dagvaarden met voeging van de procedures.
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil in de incidenten
5.Het geschil in de hoofdzaak
6.De beoordeling in de hoofdzaak
Artikel 7 sub 2 Brussel I bis-verordening (waaraan artikel 6 sub e Rv is ontleend) geeft voor verbintenissen uit onrechtmatige daad een alternatieve bevoegdheid. In geval van een onrechtmatige daad is het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen bevoegd. Uit het Kalimijnen-arrest (HvJ EG 30 november 1976, nr. C-21/76, NJ 1977/494; zie ook HvJ EU 9 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:534) volgt dat dit kan zijn zowel de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of dreigt voor te doen ('Handlungsort') als de plaats waar de beweerde schade zich concreet voordoet ('Erfolgsort').
inNederland. Dat leidt tot het oordeel dat de rechtsmacht in de zaken tegen TIC en Meta niet kan worden gebaseerd op de stelling dat Nederland moet worden aangemerkt als ‘Erfolgsort’.
dat de nog op te roepen gedaagden jegens eisers aansprakelijk zijn voor de schade voortvloeiend uit de publicatie, nader op te maken bij staat, en voor de begroting daarvan verwijzen naar de schadestaatprocedure”. Deze vordering tot vaststelling van aansprakelijkheid en verwijzing naar de schadestaat is dus niet (mede) gericht tegen TIC en Meta. Hoewel onder omstandigheden een vordering tot vergoeding van schade veroorzaakt door verspreiding van smadelijke uitlatingen op het internet, ook in het land van een gerecht dat niet bevoegd is om te oordelen over een vordering tot rectificatie en verwijdering kan worden ingesteld (HvJ EU 21 december 2021, ECLI:EU:C:2021:1036, Gtflix TV/DR), is van die situatie dus geen sprake en acht de rechtbank zich ook in zoverre niet bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van [eiseres c.s.] tegen TIC en Meta.
Artikel 8 sub 1 Brussel I bis beoogt tegenstrijdige uitspraken te voorkomen in gevallen waarin sprake is van eenzelfde feitelijke en juridische situatie (zie o.a. HvJ EG 13 juli 2006 ECLI:EU:C:2006:458). Van een eenzelfde feitelijke en juridische situatie is in deze zaak geen sprake. Daarnaast bestaat onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat een gelijktijdige berechting noodzakelijk is om onverenigbare beslissingen te voorkomen. Een oordeel van de Nederlandse rechter over de vraag of Versio of Realtime Register een website offline moeten halen, raakt immers niet het oordeel van een Ierse rechter ten aanzien van de vraag of Twitter/X en/of Facebook bepaalde verwijzingen moeten verwijderen. Dergelijke beslissingen kunnen naast elkaar bestaan. Versio en Realtime Register kunnen dan ook niet gelden als ‘ankergedaagden’ in de zin van artikel 8 sub 1 van de Brussel I bis-verordening.
Twitter Terms of Serviceen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 mei 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2637. Twitter NL heeft maar twee medewerkers en houdt zich enkel bezig met marketing en salesactiviteiten. Op basis hiervan stelt Twitter NL zich op het standpunt dat zij niet in rechte kan worden aangesproken voor de vorderingen die betrekking hebben op de Twitter-dienst.
[eiseres c.s.] heeft, ook na de mededeling van de persoonsgegevens van de domeinnaamhouder van de website door Versio, niet bekend gemaakt dat en welke partijen zij zou willen oproepen. Daarmee staat vast dat zij geen extra gedaagden heeft opgeroepen en dat “de nog op te roepen gedaagden” geen partij zijn in deze procedure. Deze vordering zal daarom ook worden afgewezen.