ECLI:NL:RBOVE:2024:1591

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
C/08/305085 / FA RK 23-2884
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot wijziging geslacht en voornaam van een non-binaire persoon

Op 26 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Almelo, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een non-binaire persoon, verzocht om wijziging van het geslacht op de geboorteakte naar 'X' en om wijziging van de voornaam. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 7 november 2023 en heeft op 22 februari 2024 een mondelinge behandeling gehouden. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hengelo was niet verschenen, maar had geen bezwaar tegen de verzochte wijziging. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker zich niet herkent in de traditionele geslachtsindelingen en heeft de psychische en sociale gevolgen van de huidige registratie toegelicht. De rechtbank heeft verwezen naar recente jurisprudentie en de maatschappelijke erkenning van non-binaire identiteiten. Ondanks het ontbreken van een wettelijke basis voor de wijziging, heeft de rechtbank geoordeeld dat het individuele belang van verzoeker zwaarder weegt dan het algemene belang bij handhaving van de huidige wetgeving. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en gelast dat de ambtenaar een latere vermelding aan de geboorteakte toevoegt, waarin het geslacht als 'X' wordt geregistreerd. Daarnaast is de wijziging van de voornaam van verzoeker toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat er een zwaarwichtig belang was voor deze wijziging. De beschikking is openbaar uitgesproken op 21 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/305085 / FA RK 23-2884
beschikking van 21 maart 2024
inzake
[verzoeker],
verder te noemen: [verzoeker] of verzoeker,
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
advocaat: mr. K.S.M. Smienk,
en
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hengelo,
verder te noemen: de ambtenaar,
zetelende te Hengelo.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft op 7 november 2023 het verzoekschrift (met bijlagen) ontvangen.
1.2.
Op 14 december 2023 en 23 januari 2024 is een e-mail van de ambtenaar ter griffie ingekomen.
1.3.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft op 22 februari 2024 plaatsgevonden.
Verschenen zijn [verzoeker], bijgestaan door mr. Smienk. De ambtenaar is, met kennisgeving, niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Uit de geboorteakte van de gemeente Hengelo, nummer [nummer] van het jaar 1988 blijkt dat op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] is geboren als kind van het vrouwelijk geslacht
[naam].
2.2.
Uit de latere vermelding betreffende wijziging geslachtsnaam kind opgemaakt op
1 juli 1998, die als vervolgblad 1 aan de geboorteakte is gehecht, blijkt dat de geslachtsnaam is gewijzigd in
[verzoeker].
2.3.
Uit de latere vermelding betreffende aangifte van wijziging van het geslacht en de voornamen opgemaakt op 13 juli 2017, die als vervolgblad 2 aan de geboorteakte is gehecht, blijkt dat het geslacht is gewijzigd in M (mannelijk) en de voornaam is gewijzigd in
[verzoeker].

3.Het verzoek

Verzoeker verzoekt de rechtbank om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hengelo te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente Hengelo van het jaar 1988 (aktenummer: [nummer]) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
II. te bepalen dat diens voornaam wordt gewijzigd in de voornaam [verzoeker] [naam] en een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hengelo te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente Hengelo van het jaar 1988 (aktenummer [nummer]) toe te voegen.

4.Het standpunt van de ambtenaar

Volgens de ambtenaar is het mogelijk om een latere vermelding toe te voegen aan de geboorteakte, waarin als aanduiding van het geslacht ‘X’ wordt vermeld. In de basisregistratie personen (BRP) wordt het geslacht dan als onbekend geregistreerd (‘X’ is op dit moment in de BRP niet mogelijk). De ambtenaar heeft geen bezwaar tegen de verzochte wijziging.

5.De beoordeling

Wijziging geslacht
5.1.
Verzoeker heeft verzocht om een latere vermelding aan de geboorteakte toe te voegen met een wijziging van het geslacht van verzoeker in “X” naar analogie van artikel 1:28b BW en op grond van artikel 1:24 BW.
5.2.
Verzoeker heeft voor de toewijsbaarheid van diens verzoek onder meer verwezen naar recente jurisprudentie van verschillende rechtbanken, waaruit de maatschappelijke en juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit blijkt.
5.3.
Op grond van de huidige wettelijke bepalingen is het in geboorteakten alleen mogelijk om het geslacht te registreren als ‘mannelijk’, ‘vrouwelijk’ of ‘het geslacht van het kind kan niet worden vastgesteld’. Die laatste registratie is bedoeld voor het geval dat het geslacht van het kind (om medische redenen) twijfelachtig is bij het opmaken van de geboorteakte en is daarom niet van toepassing op de onderhavige situatie. De huidige wet voorziet niet in een neutrale (non-binaire) geslachtsaanduiding in de geboorteakte. Voor personen die de innerlijke overtuiging hebben dat zij niet tot het vrouwelijke of mannelijke geslacht behoren, is de regeling van artikel 1:28 e.v. BW en artikel 1:19d lid 1 BW niet van toepassing.
5.4.
Op 17 december 2021 heeft de rechtbank Den Haag prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad, - kort gezegd - inhoudende of de rechter een geboorteakte kan wijzigen/verbeteren op verzoek van een non-binaire persoon die zich niet identificeert met het geslacht dat in de geboorteakte is opgenomen, en zo ja hoe deze wijziging/verbetering vorm gegeven dient te worden in de akte van geboorte bij de burgerlijke stand (ECLI:NL:RBDHA:2021:13948).
5.5.
Op 4 maart 2022 heeft de Hoge Raad naar aanleiding van voornoemde gestelde prejudiciële vragen uitspraak gedaan en beslist om af te zien van beantwoording van de prejudiciële vragen (ECLI:NL:HR:2022:336). De Hoge Raad verwijst - kort gezegd - naar de ontwikkelingen die zich na het stellen van de prejudiciële vragen hebben voorgedaan bij de wetgever en de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het veranderen van de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte. Hieruit blijkt dat de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte recent hernieuwde aandacht heeft gekregen van de wetgever en dat wetgeving op dit terrein in de nabije toekomst valt te verwachten. De Hoge Raad concludeert als volgt:
‘Bij de hiervoor geschetste stand van zaken, waaruit blijkt dat wetgeving in voorbereiding is, lenen de prejudiciële vragen zich niet voor beantwoording. Die beantwoording zou op dit moment de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. Zolang er geen wettelijke regeling is, is het aan de rechter om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden.’
5.6.
De rechtbank is van oordeel dat [verzoeker] voldoende aannemelijk heeft gemaakt zich niet te herkennen in de duiding van "man" of "vrouw". Naar het oordeel van de rechtbank heeft [verzoeker] de psychische en sociale gevolgen toegelicht die worden ondervonden doordat diens officiële documenten niet overeenstemmen met de feitelijke situatie. [verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling gesteld opgevoed te zijn met het idee dat er slechts mannen en vrouwen zijn. Al van jongs af aan heeft die uitgesproken zich geen meisje te voelen. Aanvankelijk was de wijziging naar het mannelijk geslacht voor [verzoeker] voldoende omdat die in elk geval zich niet kon identificeren als vrouw, zodat dit voor [verzoeker] beter voelde. Later heeft die ontdekt dat er naast man en vrouw non-binair bestaat. [verzoeker] vindt de aanspreekvorm mannelijk in de maatschappij lastig. Hier heeft die dagelijks hinder van, ook bijvoorbeeld bij het gebruik van het toilet. [verzoeker] heeft aangevoerd zich geen vrouw of man te voelen. Die heeft daar lang en goed over nagedacht. Non-binair is de identiteit van verzoeker en hoe verzoeker zich voelt. Er is bij [verzoeker] sprake van consistent duidelijke gevoelens zich niet volledig man of vrouw te voelen.
5.7.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [verzoeker] het belang om te worden erkend als non-binair duidelijk kunnen toelichten. De rechtbank is van oordeel dat op dit moment het individuele belang van verzoeker bij juridische erkenning van de duurzame overtuiging niet tot het ene maar ook niet tot het andere geslacht te horen zwaarder weegt dan het algemene belang bij handhaving van de huidige wettelijke regeling of het afwachten van de ontwikkelingen in de wetgeving. In deze beslissing heeft de rechtbank de maatschappelijke erkenning en (een trend naar) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit op nationaal en internationaal niveau, de visie van de wetgever op dit onderwerp en de ruimte die de Hoge Raad de rechter biedt om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen meegewogen.
5.8.
De rechtbank vindt het belangrijk om ten aanzien van de geslachtsvermelding zoveel mogelijk aan te sluiten bij de visie en bedoeling van de wetgever. De rechtbank laat zich hierbij leiden door het amendement dat door de Tweede Kamer is aangenomen en dat voorziet in een wijziging die het mogelijk maakt om zonder tussenkomst van de rechter de geslachtsregistratie van "M" of "V" te wijzigen in "X" (Kamerstukken II 2021/22, 35825, nr. 10, nadien ter vervanging gewijzigd bij Kamerstukken II 2021/22, 35825, nr. 13). Verder baseert de rechtbank zich op het Regenboogakkoord dat in 2021 op initiatief van het COC is gesloten, dat door veel politieke partijen is ondertekend en waarin in de paragraaf 'Gender en geslacht' het volgende is te lezen (Zie www.coc.nl/COC-Reqenboog-Stembusakkoord-2021):
'Het streven blijft om onnodige geslachtsregistratie door de overheid zoveel mogelijk af te schaffen; een ieder krijgt de mogelijkheid om, zonder tussenkomst van de rechter, de geslachtsvermelding in officiële documenten zoals het paspoort te laten doorhalen met een "X".'
5.9.
De rechtbank verwijst voor de lijn die zich thans in de jurisprudentie aftekent onder andere naar de uitspraken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 september 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:8003) en het gerechtshof Amsterdam 23 mei 2023 (ECLI:NL:GHAMS:2023:1266).
5.10.
De rechtbank zal gelet op het vorenstaande het verzoek toewijzen en de ambtenaar gelasten om een latere vermelding aan de geboorteakte van [verzoeker] toe te voegen, waarin als vermelding van het geslacht wordt opgenomen: “X”, ondanks dat een wettelijke grondslag ontbreekt.
Voornaamswijziging
5.11.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW kan de rechtbank wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon. Voor de wijziging van een voornaam dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
5.12.
[verzoeker] heeft aangevoerd in 2017 diens voornaam gewijzigd te hebben in een naam met hetzelfde initiaal. De naam [naam] is een non-binaire naam en [verzoeker] vindt het een eerbetoon aan diens geboortenaam als de naam wordt gewijzigd in [verzoeker] [naam]. De rechtbank is van oordeel dat met de door verzoeker aangevoerde gronden, tegenover het publieke belang bij naamconsistentie, een voldoende zwaarwichtig belang bestaat voor het wijzigen van de voornaam. Daarbij is in aanmerking genomen dat verzoeker heeft aangevoerd dat de geboortenaam “[naam]” uniek is, non-binair en onderdeel van het verleden. Door de wijziging naar “[verzoeker] [naam]” heeft het verleden in naam ook een zichtbaar plekje in wie verzoeker is geworden. Omdat de door verzoeker gewenste voornaam geoorloofd is naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW, zal de rechtbank het verzoek toewijzen. Uit artikel 1:4 lid 4 BW volgt dat wijziging van de voornaam geschiedt door een latere vermelding aan de geboorteakte toe te voegen.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hengelo om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente Hengelo van het jaar 1988 met aktenummer [nummer] een latere vermelding toe te voegen van de wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht zal zijn: “
X”;
6.2.
gelast de wijziging van de voornaam van [verzoeker], geboren te [geboorteplaats] op
[geboortedatum] 1988, in die zin dat de voornamen na wijziging zullen luiden "
[verzoeker] [naam]";
6.3.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hengelo een latere vermelding van de voornaamswijziging aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
6.4.
verzoekt de griffier om, niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hengelo op voet van het bepaalde in artikel 1:20e lid 1 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.B. de Wit, in tegenwoordigheid van
mr. A.C.M. Heerdink als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.