Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[partij A 1],
[partij A 2],
1.[partij B 1],
2.
[partij B 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende (deels voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties,
- de mondelinge behandeling van 24 november 2023, waarbij partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Partijen hebben hun standpunten toegelicht en daarbij gebruik gemaakt van pleitnota’s. De griffier heeft tijdens de mondelinge behandeling aantekeningen gemaakt.
2.De samenvatting
De beslissingen van de rechtbank worden hierna verder toegelicht.
”
“Ik weet dat niet meer zo precies. We waren het over alles eigenlijk eens. Er moest alleen nog een handtekening van ons onder. Maar verder waren we het op alle punten eens. Alleen de handtekening ontbrak.”
- Het object: het kadastrale perceel gemeente [plaats 2], sectie H, nummer [nummer 1], moet worden uitgemeten door het kadaster volgens de 4,25 - 3,00 meter afspraak (4,25 meter aan de voorzijde, 3 meter aan de achterzijde, zodat een rechte lijn ontstaat). Als gevolg hiervan verandert het aantal vierkante meters genoemd in artikel 3; dit moet na de uitmeting door het kadaster, worden aangepast;
- De koopprijs: [partij B] betalen in aanvulling op hetgeen is overeengekomen in artikel 10 van de koopovereenkomst nog een bedrag van € 10.000,-. De koopprijs bedraagt derhalve: € 32,99 per m2; plus een bedrag van € 4.000,- als bijdrage in de kosten van de aanvraag van de nieuwe omgevingsvergunning, een bedrag van € 4.125,- als bijdrage voor de toegangsweg en een bedrag van € 10.000,-;
- Kosten: In aanvulling op artikel 11 komen de kosten van de koopakte en leveringsakte voor rekening van [partij B]”
AANVULLENDE BEPALINGEN
e-mailbericht van 22 juni 2022 heeft de toenmalige advocaat van [partij A] aan
mr. [naam 1], notaris te [plaats 2] (hierna ook: de notaris) (en in cc aan de advocaat van [partij B]), onder andere, het volgende meegedeeld:
”
e-mailbericht van 29 juli (12.20 uur) meegedeeld dat [partij A] zich niet tegen schrapping van erfdienstbaarheden verzetten, nu die in een hand vallen en daarmee van rechtswege ophouden te bestaan.
4.Het geschil
[de afspraak, toevoeging rechtbank]tussen partijen met betrekking tot de begroeiing op de percelen van partijen is dat [partij B] zich jegens [partij A] verplichten ertoe zorg te dragen dat de begroeiing direct naast de schuur van [partij A] [8] nimmer hoger dan 3 meter zal worden,
5.De beoordeling
In conventie
1 augustus 2022 (14.12 uur) zonder voorbehoud hebben ingestemd met de laatste concept-leveringsakte en dat zij hier niet meer op kunnen terugkomen. [partij A] hebben dit betwist. Gezien de inhoud van de e-mailberichten in juni/juli 2022 op zichzelf, en in onderlinge samenhang bezien en daarbij opgeteld de druk dat bij niet medewerking dwangsommen zouden worden verbeurd, kan het e-mailbericht van 1 augustus 2022 niet zo worden opgevat dat [partij A] onvoorwaardelijk akkoord gingen en dat zij daarop niet meer konden of wilden terugkomen.
e-mailcorrespondentie van na 29 juli 2022 (11.27 uur) blijkt niet (expliciet) dat [partij A] dit voorbehoud hebben prijsgegeven. Naar het oordeel van de rechtbank hoefden [partij A], gelet op de gang van zaken, niet in elk e-mailbericht dat voorbehoud te herhalen. Onder deze omstandigheden mochten [partij B] het
e-mailbericht van 1 augustus 2022 dan ook niet zo opvatten als dat partijen volledige overeenstemming hadden bereikt over de inhoud van de leveringsakte en dat [partij A] daar niet meer op konden terugkomen. Dit betekent dat dit verweer van [partij B] faalt.
6 februari 2017 geaccepteerde voorstel van [partij A] stellen dat de door het hof gegeven opsomming van zaken die in notariële akte opgenomen moeten worden niet volledig is en dat deze moet worden aangevuld op grond van de brieven van
2 en 6 februari 2017. Partijen hebben, in afwijking van het vermelde in artikel 25 van de concept-koopovereenkomst, in de brieven van 2 en 6 februari 2017, een andere afspraak gemaakt over de situering van de begroeiing. Partijen hebben afgesproken dat [partij B] ervoor zouden zorgen dat de begroeiing direct naast de schuur van [partij A] niet hoger dan 3 meter zou worden. Daarnaast dient de concept-koopovereenkomst volgens het hof te worden geactualiseerd. Dit betekent volgens [partij B] dat in ieder geval zaken die niet meer relevant zijn moeten worden geschrapt. Dit betreffen in dit geval artikel 25 (het bestemmingsplan) en artikel 26 (erfdienstbaarheid rioolleiding) van de concept-koopovereenkomst. De afspraken die zijn neergelegd in artikel 25 van de concept-koopovereenkomst waren gebaseerd op het zogenoemde plan 3 van [partij A] Uiteindelijk hebben [partij A] plan 3 ingetrokken en alsnog plan 2 uitgevoerd. [partij B] hadden aanvankelijk bezwaar gemaakt tegen plan 2. Tot een uitspraak kwam het in die bestuursrechtelijke procedure niet, omdat na de vaststellingsovereenkomst van 10 februari 2017 de bestuursrechtelijke bezwaren over en weer waren ingetrokken. Dit bood [partij A] wel de gelegenheid om plan 2 uit te voeren. Hiermee zijn [partij A] vanzelfsprekend gebonden aan de situering van de gebouwen op hun perceel ten opzichte van de schuur van [partij B] [partij A] konden daardoor bijvoorbeeld de gebouwen niet meer opschuiven. In dit verband wijzen [partij B] op rechtsoverweging 2.18 van het arrest. [partij B] stellen dat artikel 25 van de concept-koopovereenkomst niet ziet op toekomstige aanvragen of wijzigingen. In hun ogen is artikel 25 van de concept-koopovereenkomst achterhaald en uitgewerkt, nu de bedoelde bestemmingsplanwijzing onherroepelijk is geworden. Artikel 26 van de concept-koopovereenkomst is eveneens achterhaald, nu [partij A] ervoor hebben gekozen een eigen rioolleiding aan te leggen.
“in ieder geval”hanteert, duidt op een niet-limitatieve opsomming.
blijkend uit voormelde tekening”, de “
hiervoor bedoelde bestemmingsplanwijzigingen”en “
Gemelde boetebepaling vervalt zodra de bedoelde bestemmingsplanwijzigingen onherroepelijk zijn geworden”.
de begroeiing direct naast de schuur van [partij A] nimmer hoger zal zijn dan 3 meter (onder de nader omschreven voorwaarden/rechten en met de daaraan gekoppelde boete) aan een nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde opleggen, op straffe van een boete (het zogenoemde kettingbeding (inclusief de doorgeefplichten)) zal de rechtbank dit deel van de (gewijzigde) eis in conventie dan ook op na te melden wijze toewijzen als het mindere van het gevorderde.
€ 1.228,-(2 x € 614,- (tarief II))
€ 614,-(1 x € 614,- (tarief II))
6.De beslissing
mr. [naam 1], notaris te [plaats 2], ten overstaan van mr. [naam 1] of diens kantoorgenoot, wordt aangevuld in die zin dat: