Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief van 23 november 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 13 maart 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de curator van de failliete heer [naam] een vordering heeft ingesteld tegen de Duitse bank Sparkasse. De curator vorderde betaling van een bedrag van € 70.251,73, dat door de failliet na zijn faillietverklaring onterecht van zijn bankrekening bij Sparkasse was opgenomen en overgeschreven. De curator stelde dat Sparkasse aansprakelijk was, omdat de bank niet op de hoogte was van het faillissement, dat in Nederland was uitgesproken. Sparkasse verweerde zich door te stellen dat zij niet wist van het faillissement, omdat dit alleen in het Nederlandse insolventieregister was ingeschreven. De rechtbank oordeelde dat het verweer van Sparkasse niet opging, omdat de curator recht had op de betaling van de bedragen die onterecht waren opgenomen en overgeschreven. De rechtbank benadrukte dat het faillissement het gehele vermogen van de schuldenaar omvat en dat de failliet niet bevoegd was om over zijn vermogen te beschikken na de faillietverklaring. De rechtbank wees de vordering van de curator toe en veroordeelde Sparkasse tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.