Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(primair), dan wel feitelijke leiding of opdracht heeft gegeven aan bovenomschreven gedraging begaan door [medeverdacht bedrijf] B.V. (
subsidiair), dan wel het al dan niet samen met anderen aan zijn schuld te wijten is geweest dat deze flesjes/potjes werden verkocht zonder dat de koper of verkrijger met de schadelijkheid bekend was (
meer subsidiair), dan wel feitelijke leiding of opdracht heeft gegeven aan deze gedraging begaan door [medeverdacht bedrijf] B.V (
meest subsidiair);
primair), dan wel feitelijke leiding of opdracht heeft gegeven aan bovenomschreven gedragingen begaan door [medeverdacht bedrijf] B.V. (
subsidiair)
primair), dan wel feitelijke leiding of opdracht heeft gegeven aan bovenomschreven gedraging begaan door [medeverdacht bedrijf] B.V. (
subsidiair).
de weegbon (DOC-00145), en/of
de weegbon (DOC-00181), en/of
de weegbon (DOC-00237),
de weegbon (DOC-00145), en/of
de weegbon (DOC-00181), en/of
de weegbon (DOC-00237),
3.De voorvragen
200.000 stuks. Mag niet mee gefend worden effe voor je zelf kijken als je wil’. [25] Op 15 maart 2021 appte [medeverdachte 2] aan hem: ‘
Partijen zijn al weg’. [26]
Hey. Ik wil het spul wel terug. Het staat nu in Zwijndrecht. Regel het maar met de prijs. Het is groter dan we dachten’. Om 14:07 uur vroeg [medeverdachte 2] aan [verdachte] om de gegevens van [medeverdacht bedrijf] B.V. te sturen in verband met een op te maken factuur voor de huur van de loods gelegen aan de [adres 4] . [32]
Root Cause Analysis’(oorzaakanalyse) uitgevoerd waarin is beschreven dat er bij het afhalen van het lipje onder de dop van de strooier een risico bestond dat vanwege beschadigd glas scherven/splinters in de potjes terecht konden komen en zodoende door de klant bij gebruik zouden kunnen worden geconsumeerd. Tijdens het productieproces werden in een partij van 13.108 strooiers in totaal twaalf strooiers aangetroffen waarvan de glazen potjes waren beschadigd. [67]
verkopen, te koop aanbieden, afleveren of uitdelenvan strooiers van [bedrijf 1] die glasscherven (konden) bevatten, terwijl hij wist dat deze waren
schadelijkvoor het leven of de gezondheid zijn, maar dat schadelijke karakter heeft
verzwegen, dan wel aan bovenomschreven gedraging feitelijke leiding heeft gegeven.
- heeft de verdachte de in de tenlastelegging genoemde waren (strooiers van [bedrijf 1] ) verkocht, te koop aangeboden, afgeleverd of uitgedeeld?
- kunnen deze waren worden aangemerkt als schadelijk voor het leven of de gezondheid?
- wist de verdachte van dit schadelijke karakter van de waren en zo ja, heeft de verdachte dit schadelijke karakter verzwegen?
- kan de verdachte worden aangemerkt als (mede)pleger (primair ten laste gelegd) of als feitelijke leidinggever van [medeverdacht bedrijf] B.V. (subsidiair ten laste gelegd)?
.Dit brengt met zich dat de strooiers zich op dat moment niet langer in de beschikkingsmacht van [medeverdacht bedrijf] B.V. maar in die van [medeverdachte 2] , althans [bedrijf 9] B.V. als huurder van de loods, bevonden, dan wel [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] als de personen achter deze vennootschap. Naast de hiervoor aangehaalde mededeling van [medeverdachte 3] in verband met het lossen van de strooiers in de loods dat hij op de markt specerijen ging verkopen, volgt uit het dossier eveneens dat zij elk strooiers uit deze partij hebben verkocht en afgeleverd. De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] een deel (244.603 strooiers) van de totale door [bedrijf 1] aan [medeverdacht bedrijf] B.V. aangeboden te vernietigen partij heeft afgeleverd aan [medeverdachte 2] .
de rechtbank begrijpt gelet op de datum van het verhoor: eind 2020) bij [verdachte] in een hele grote hal is geweest die hij gehuurd had. De hal stond vol met potjes met kruiden. [verdachte] zei ‘maak maar foto’s dan kun je kijken of je het kunt verkopen’. Op de vraag van [naam 10] wat er mis was met de partij, antwoordde [verdachte] dat er iets met het etiket aan de hand zou zijn. Vervolgens zag hij dat medio februari 2021 in de hal van [bedrijf 10] pallets met strooiers stonden die door een chauffeur van [medeverdacht bedrijf] B.V. waren achtergelaten. [verdachte] zei vervolgens dat [naam 10] moest proberen om de strooiers te verkopen en indien er wat werd verkocht het zou worden geregeld met de prijs. [75]
kanoptreden als gevolg van elk gebruik waarmee redelijkerwijs rekening moet worden gehouden. [79] Daarbij gaat het zowel om gevolgen op de korte termijn, als gevolgen die op de (zeer) lange termijn kunnen intreden. [80]
kanoptreden. Bovendien volgt uit de anonieme melding van 27 maart 2021 er bij gebruik van een strooier daadwerkelijk schade aan de vinger en mond is ontstaan.
nietbewezen dat verdachte het schadelijke karakter heeft verzwegen.
primair) of dat hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de gedraging begaan door [medeverdacht bedrijf] B.V. (
subsidiair). De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
in een bewuste en nauwe samenwerkingmet [medeverdacht bedrijf] B.V. heeft gepleegd (vgl. HR 18 december 2012, ECLI:NL:2012:BX5140). Ook overigens is op grond van het dossier niet gebleken van een zodanige samenwerking met één of meer anderen. De rechtbank acht daarom het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen.
[medeverdacht bedrijf] B.V. te Zeewolde verklaart hiermede dat zij de producten, die zijn geleverd door [bedrijf 1] B.V. zal laten verwerken bij een erkent Cat. 3 bedrijf. Die na het verwerken van het product in een andere vorm afzet naar een erkend Cat. 3 vergistingsbedrijf voor groene stroom/gas.
[medeverdacht bedrijf] B.V. te Zeewolde verklaart hiermede dat zij de restproducten die opgehaald zijn geleverd door [bedrijf 1] zal laten verwerken bij een erkent Cat. 3. Bedrijf.
Vernietigd’.
- de begeleidingsbrief met het nummer BD48360607 niet voorkomt op de aanvoerlijst van [bedrijf 15] B.V.;
- volgens de aanvoerlijst de vracht behorende bij begeleidingsbrief met het nummer BD48360608 een nettogewicht van 10.460 kilogram had, welke vracht was gewogen op 15 maart 2021 en 18 seconden later was afgedrukt dan het exemplaar welke in de administratie van [medeverdacht bedrijf] B.V. werd aangetroffen;
- de begeleidingsbrief met het nummer BD48360609 niet voorkomt op de aanvoerlijst van [bedrijf 15] B.V.
- het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
- de gedraging past in de normale bedrijfsvoering of taakuitoefening van de rechtspersoon;
- de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf of in diens taakuitoefening;
- de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard. Onder aanvaarden is mede begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kan worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
:waren verkopen, te koop aanbieden, afleveren of uitdelen, wetende dat zij voor het leven of de gezondheid schadelijk zijn en dat schadelijke karakter verzwijgende;
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
feitelijke leiding geven aan opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225 eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
:waren verkopen, te koop aanbieden, afleveren of uitdelen, wetende dat zij voor het leven of de gezondheid schadelijk zijn en dat schadelijke karakter verzwijgende;
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
feitelijke leiding geven aan opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225 eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
18 maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte: