10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair, het misdrijf: openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl dat geweld zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij:
- wijst af wat meer of anders is gevorderd aan materiële schade;
- bepaalt dat de benadeelde partij wat betreft de immateriële schade in het restende deel van de vordering niet-ontvankelijk is, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte
hoofdelijktot betaling aan de benadeelde partij:
[slachtoffer]van een bedrag van
€ 3.924,38 (drieduizendnegenhonderdvierentwintig euro en achtendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2021, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte hoofdelijk verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 3.924,38, (drieduizendnegenhonderdvierentwintig euro en achtendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
49 dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. K.A. Schönbeck, voorzitter, mr. E. Venekatte en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2023.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021389712. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 6 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 54 tot en met 56):
Op zaterdag 21 augustus 2021 tussen 00.45 uur en 01.00 uur liep ik vanaf het [hotel] in de richting van [naam] . Terwijl ik daar liep zag ik twee jongemannen beiden op een scooter in mijn richting rijden. Ze kwamen recht op mij afrijden. Het leek alsof ze me wilden aanrijden, maar net voor mij weken ze uit. Terwijl ze uitweken, stak ik beide armen uit en riep "waar zijn jullie me bezig" of woorden van gelijke strekking. Daarna zag ik dat de jongens hun scooters keerden en weer in mijn richting kwamen. Eén jongen reed voorop. Hij kwam met hoge snelheid op mij af en remde kort voor mij. De andere reed op zijn scooter schuin achter hem. Toen die persoon zo kort voor mij stopte, heb ik met mijn handen de scooter proberen te stoppen en weg te drukken. Daarna heb ik het op een rennen gezet. Ik hoorde en voelde dat ik gevolgd werd. Eén van de twee jongens rende kort achter mij. Ik heb mij gebukt en die persoon viel toen over mij heen. Ik had de bedoeling om daarna verder te rennen, maar de tweede persoon sloeg mij toen van achter neer. Hij sloeg mij tegen de grond. Ik probeerde weg te komen, maar beide jongens sloegen mij opzettelijk met kracht met hun vuisten op mijn lichaam en op mijn hoofd. Ook trapten zij opzettelijk met kracht tegen mijn lichaam, mijn ribben en tegen mijn benen. Ik kan mij niet alles meer herinneren, maar ik weet nog wel dat ze opzettelijk met kracht op mijn benen trapten/schopten. Ik ben overgebracht naar het ziekenhuis in Almelo. Daar bleek mijn rechter been op 3 plaatsen gebroken te zijn. Bovendien had ik een pijnlijke linker kaak en pijnlijke ribben. Op maandag 30 augustus 2021 ben ik geopereerd aan mijn been. Er zitten nu pinnen en platen in mijn been.
2. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 februari 2023, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
“Ik was in de stad en zag dat [medeverdachte] werd geduwd. Ik zag de man wegrennen. Hij struikelde of liet zich bewust vallen waardoor ik over hem heen viel. Hierdoor schaafde ik mijn hand en dat maakte mij boos. Ik gaf hem daarop een klap op zijn gezicht. Door de klap viel de man op de grond. Het klopt dat ik de eerste klap uitdeelde. Wat er daarna gebeurd is weet ik niet meer precies.
3. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 13 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 65 en 66):
Op 21 augustus 2021 ben ik met mijn kameraad de stad in geweest. Wij zaten op het bankje voor de automatiek " [naam] " te Hengelo. Wij zagen dat op een gegeven ogenblik een jongen in een korte broek en hier achter een andere jongen voorbij rennen. Ik zag dat de voorste viel of iets en dat hij hierna werd geschopt door de jongen die achter hem rende. Al snel kwam er een tweede jongen bij en die begon ook op deze jongen in te schoppen. Ik zag dat het been van deze jongen brak en ik hoorde hem het uit schreeuwen.
4. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 13 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 67 en 68):
Ik was met een kameraad aan het wachten op het bankje bij de automatiek " [naam] " te Hengelo. Ik zag ineens dat er een kerel langs kwam rennen als een haas en hier achteraan een andere jongen gevolgd door nog twee jongens. Het slachtoffer struikelde of iets maar hij viel in ieder geval en die jongen die vlak achter hem rende begon hem gelijk te slaan en te schoppen. En toen de tweede jongen eraan kwam deed hij het zelfde. Ik zag dat het slachtoffer ontzettend veel trappen en klappen kreeg en dat toen de jongens weg liepen hij het uitschreeuwde van de pijn. Ik weet dat ik samen met mijn kameraad naar het slachtoffer gelopen zijn en konden eigenlijk gelijk zien dat het er niet goed uitzag. Het been zag eruit in een "S" vorm en hij schreeuwde het uit.
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 21 augustus 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 69 en 70):
Ik stond afgelopen nacht 21 augustus 2021 bij de taxi standplaats ter hoogte van de ' [restaurant] '. Ik zag 2 scooter rondjes rijden op de markt en ik zag het slachtoffer over de markt lopen. Ik zag dat hij een gebaar maakte alsof hij wilde zeggen dat deze scooterrijders rustig aan moesten doen. De scooterrijders kwamen vervolgens naar hem toe rijden en hebben hem bijna aangereden. Ze zijn afgestapt en zijn achter het slachtoffer aan gaan rennen toen deze ook begon te rennen. Ter hoogte van de [adres 2] te Hengelo kregen ze het slachtoffer te pakken. Ik ben ernaartoe gelopen. Ik zag dat 2 jongens bezig waren om het slachtoffer in elkaar te trappen. Ik zag 2 jongens flink tegen een been van het slachtoffer trappen.
6. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Wetboek van Strafvordering (Sv), van de Ziekenhuisgroep Twente, afdeling Chirurgie, van M. Fazzi, arts-assistent, betreffende [slachtoffer]
[de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ], inhoudende (pagina’s 57 en 58):
Aanvullend onderzoek:
X-onderbeen rechts: extra-articulaire communitieve spiraalfracturen distale tibia en proximale fibula.
7. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5 Sv, betreffende het verzoek tot schadevergoeding ingediend namens [slachtoffer] van 31 januari 2023, bijlage 4, operatieverslag Chirurgie ZGT, voor zover inhoudende:
Iets verlengen tot nivo, van de fractuur want moeizame repositie tgv verkorting. Hiervoor release van distale fragment. Proximaal en distaal tijdelijk fixeren. We zijn tevreden over de positie van de plaat. Initieel fixeren met 1 corticalisschroef. Vervolgens wordt de plaat zowel proximaal als distaal voorzien van hoekstabiele schroeven respectievelijk 3.5 mm en 2. 7 mm.