Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de belanghebbende
5.De beoordeling
Kamerstukken II2021/22, 35825, nr. 10. Nadien ter vervanging gewijzigd bij
Kamerstukken II2021/22, 35825, nr. 13). Verder baseert de rechtbank zich op het Regenboogakkoord dat in 2021 op initiatief van het COC is gesloten, dat door veel politieke partijen is ondertekend en waarin in de paragraaf 'Gender en geslacht' het volgende is te lezen (Zie www.coc.nl/COC-Reqenboog-Stembusakkoord-2021):
Goodwin v. Verenigd Koninkrijk) en EHRM 12 juni 2003 zaak nr. 35968/97, ECLI:EC:ECHR:2003:0612JUD003596897 (
Van Kück v. Duitsland)). De rechtbank acht de verplichting om een deskundige de genderidentiteit te laten vaststellen niet verenigbaar met genderidentiteit als een van de meest intieme aspecten van het privéleven en een van de meest wezenlijke elementen van zelfbeschikking.
6.De beslissing
X;
[naam 1] [naam 2]";