Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.Inleiding
Nu mag ik erin’. Ook heeft [slachtoffer 3] [medeverdachte 2], [verdachte] en [medeverdachte 1] gepijpt. Zij was verstijfd en wist niet wat zij moest doen. Zij heeft de jongens meerdere keren weggeduwd en meer dan vijf keer gezegd: ‘
Het doet pijn’, ‘
Ik wil stoppen’. De jongens gingen door. Alles was onveilig, zo verklaart [slachtoffer 3].
Kap daarmee’, ‘
Ik wil het niet’, ‘
Ik heb pijn’. Zij werd door beide jongens genegeerd. Zij heeft vervolgens met beide jongens seks gehad en heeft beide jongens gepijpt.
Ik was net 14 jaar oud, wat moest ik beginnen’. Wel zijn er nuanceverschillen tussen de verklaringen die [slachtoffer 3] heeft afgelegd, maar deze zijn niet dusdanig dat daarmee de verklaringen van [slachtoffer 3] ongeloofwaardig worden. Verschillen tussen verklaringen kunnen immers veroorzaakt zijn door de feilbaarheid van het menselijk geheugen, teweeggebracht onder invloed van emoties, ontstaan door het delict of door het tijdsverloop. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de verdediging op dit punt.
Op een gegeven moment heb ik mij over gegeven, want het waren allemaal sportschool jongens. Ze luisterden niet naar een “Nee”. Ik was net 14 jaar oud, wat moest ik beginnen.’. [slachtoffer 3] heeft bij de rechter-commissaris over dit moment verklaard: ‘
Op een gegeven moment dacht ik, ik lig hier nu als meisje met drie jongens om mij heen. Wat ga ik beginnen. Ik heb het toen opgegeven met nee zeggen en stop en ik wil dit niet. Ik heb me overgegeven en gehoopt dat het zo snel mogelijk voorbij was.’.
Ik zat denk ik ook nog een beetje in de trance van, wat is er nou precies gebeurd. Ik had niet eens zo goed door dat het verkrachting was. Ik had altijd het gevoel dat verkrachting was: iemand die je de bosjes intrekt, en niet mensen die je gewoon kende.’. Tijdens haar aangifte heeft [slachtoffer 3] verklaard dat zij, nadat zij zich weer in de woning van [medeverdachte 2] bevond, alcohol kreeg aangeboden en dat zij hiertegen geen nee durfde te zeggen. Zij heeft ook verklaard: ‘
Ik weet nog dat ik me zwak begon te voelen. Ik werd dronken, slap en zwak. Ik was op dat moment alleen met [verdachte] en [medeverdachte 2].’. Ten aanzien van de seksuele handelingen heeft [slachtoffer 3] verklaard dat zij, terwijl [verdachte] en [medeverdachte 2] haar begonnen aan te raken over de kleding aan haar borsten en billen, heeft gezegd: ‘
Kap daarmee’, ‘
Ik wil het niet’, ‘
Ik heb pijn’. Ook heeft zij verklaard dat zij door beiden werd genegeerd en dat [verdachte] en [medeverdachte 2] toen seks met haar hebben gehad.
Nu mag ik erin’. [medeverdachte 2] stond op dat moment in de kamer en heeft niet verhinderd dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de seksuele handelingen bij [slachtoffer 3] hebben verricht. Ook heeft [slachtoffer 3] [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] gepijpt. Deze feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de conclusie dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2].
6.Feit 2
7.Feit 3
8.De bewezenverklaring
9.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
10.De strafbaarheid van verdachte
11.De op te leggen straf of maatregel
12.De schade van benadeelden
13.De toegepaste wettelijke voorschriften
14.De beslissing
strafbaarheid feiten
jeugddetentievoor de duur van
10 (tien) maanden;
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de veroordeelde:
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de veroordeelde:
schadevergoeding
aan [slachtoffer 3] (feit 1)
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van na te noemen bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente telkens vanaf na te noemen datum, ten behoeve van de betreffende benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van na te noemen aantal dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
aan [slachtoffer 3] (feit 1)
aan [slachtoffer 1] (feit 2)