In deze zaak heeft eiseres een lening van € 75.000 verstrekt aan de partner van gedaagde en diens vennootschap. In een overeenkomst van 26 maart 2018 is gedaagde als mededebiteur opgenomen. Eiseres vordert betaling van gedaagde op basis van deze overeenkomst, maar gedaagde betwist de handtekening onder de overeenkomst. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat de handtekening van gedaagde is. Eiseres heeft een deskundigenrapport overgelegd waaruit blijkt dat het zeer waarschijnlijk is dat de handtekening door gedaagde is gezet. De rechtbank oordeelt dat dit rapport overtuigend is en dat gedaagde onvoldoende gemotiveerde bezwaren heeft aangevoerd tegen de bevindingen van de deskundige. De rechtbank wijst de vordering van eiseres toe en oordeelt dat gedaagde hoofdelijk aansprakelijk is voor de terugbetaling van de lening van € 78.500, inclusief rente en kosten. Daarnaast worden de kosten van de deskundige en de proceskosten aan gedaagde opgelegd.