Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.Waar gaat de zaak over?2.1. [eiseres] heeft tussen maart 2017 en april 2018 installatiewerkzaamheden verricht in opdracht van Puur Interieur B.V. (hierna: Puur Interieur). [eiseres] heeft daarvoor facturen verstuurd, maar die zijn ondanks betalingstoezeggingen van bestuurder [gedaagde] onbetaald gebleven. Daarna is Puur Interieur uitgeschreven uit het Handelsregister, omdat zij met ingang van 29 oktober 2018 is opgehouden te bestaan.
3.De feiten: wat is er gebeurd?
‘(…)
Daarnaast wil ik je op het hart drukken dat je van mij altijd je geld zult krijgen ondanks dat het wat langer duurt maar betaald gaat er worden…..ik neem mijn verantwoordelijkheid altijd.(…)’.
‘
Deze facturen zijn vandaag vervallen maar daar heb ik echt nog iets langer tijd voor nodig tot ik weer een aantal klussen kan opleveren.Wat ik wel probeer te doen is de termijn van de oude openstaande facturen deze maand ook nog te betalen.(…)’
‘(…)
Dat is prima. Ik ga er dan u ook van uit dat de beloftes die je in de vorige mails hebt gedaan nakomt. Tevens uiterlijk deze maand dus de 2 oude facturen voldoen. Nadien kunnen we weer voor je aan de slag.(…).
e-mail:
‘(…)
Ik heb met [E] afgesproken dat ik een betalingsvoorstel jullie richting zou doen richting jullie betreft de openstaande posten.(…)goed met jullie maken door ook in de toekomst Mooie projecten te gaan doen samen en middels onderstaande betalingsvoorstel ook de openstaande posten netjes af te handelen.Om een voorstel na te kunnen komen doe ik een voorzichtig voorstel zodat ik niet bij het minst of geringste een termijn niet na kan komen. Meer en sneller betalen wanneer mogelijk is altijd een optie.Ik zou elke (voor het eind) maand een bedrag van € 5000,- kunnen inlossen op de nu openstaande posten totdat we bij zijn. De nieuwe facturen houden we dan bij zodat het niet verder oploopt. Zoals hierboven aangegeven verwacht ik het echt wel wat sneller te kunnen oplossen omdat ik nog bij een aantal van de projecten nog een deel moet Afrekenen.(…)’.
‘(…)
Dit is de laatste versie.(…)’
‘(…)
Moet ik deze opsturen naar [D] ……We missen hier natuurlijk 22.000,00 in de open begroting…..(…)’
‘
Nee daar moet de 22.000€ wel in opgenomen worden anders kan ik dat strx niet verrekenen!!!’(…)’.
Interstijl B.V. in het Handelsregister ingeschreven, waarvan [gedaagde] ook enig aandeelhouder en bestuurder is.
4.Het geschil: wat willen partijen?
De vordering
a) betalingstoezeggingen heeft gedaan, terwijl hij op dat moment wist of behoorde te weten dat Puur Interieur de vorderingen van [eiseres] niet zou kunnen voldoen;
b) als bestuurder van Puur Interieur heeft bewerkstelligd dan wel toegelaten dat de door hem bestuurde vennootschap een eerder door haar aangegane overeenkomst niet kan worden nagekomen en daardoor [eiseres] schade heeft berokkend; en
c) misbruik heeft gemaakt van het identiteitsverschil van twee verschillende, door [gedaagde] beheerste, rechtspersonen.
Subsidiair stelt [eiseres] zich op het standpunt dat [gedaagde] met zijn betalingstoezeggingen en andere uitlatingen heeft beoogd zichzelf hoofdelijk te verbinden voor de vordering.
5.De beoordeling: hoe oordeelt de rechtbank?
Ontvanger/Roelofsen) tenzij hem van de benadeling geen persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt (vgl. HR 6 oktober 1989, ECLI:NL:HR:1989:AB9521;
Beklamel).
- de uitlating van [gedaagde] dat er al vanaf 2014 betalingsproblemen waren bij Puur Interieur;
- de door [gedaagde] geschatte schuldenlast van Puur Interieur begin 2018 van € 100.000,00 à € 120.000,00;
- de op de jaarrekening van Puur Interieur (productie 3 bij conclusie van antwoord) genoemde schuldenlast eind 2017 van € 627.382,00 tegenover een totale activa van € 159.010,00 en een negatief eigen vermogen van € 468.372,00;
- Puur Interieur had vanaf 2018 ‘al maandenlang’ geen nieuwe opdrachten meer verkregen en genereerde dus geen nieuwe inkomsten meer;
- met de resterende inkomsten uit oudere opdrachten werden andere crediteuren betaald, die sterk aandrongen op betaling;
- de uitlating van [gedaagde] dat hij geld leende van familie om schulden af te kunnen lossen; en
- de uitlating van [gedaagde] dat hij geen salaris aan zichzelf uitkeerde.
6.De beslissing
13 april 2022voor akte uitlating door [eiseres] over hetgeen in rechtsoverweging 5.10 is vermeld en bepaalt tevens dat hiervoor geen uitstel zal worden toegestaan;
4 mei 2022en bepaalt tevens dat hiervoor geen uitstel zal worden toegestaan;