ECLI:NL:RBOVE:2022:554
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Oosterveld
- J.H.M. Hesseling
- A.J. G.M. van Montfort
- Rechtspraak.nl
Ontslag en schadevergoeding in bestuursrechtelijke context met betrekking tot ambtenarenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 25 februari 2022, staat de rechtspositie van eiser centraal, die per 1 januari 2018 als overtollig is verklaard door zijn werkgever, het Dagelijks Bestuur van de Stadsbank Oost Nederland. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake was van een reorganisatie, waardoor de overtolligheid onterecht was. Eiser had eerder al een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in zijn voordeel gekregen, waarin werd vastgesteld dat er geen impasse was die een ontslag rechtvaardigde. De rechtbank concludeert dat het ontslag op grond van artikel 8:3 van de Enschedese Arbeidsvoorwaarden Regeling (EAR) niet kan standhouden. Echter, de rechtbank erkent dat er wel een impasse is ontstaan in de arbeidsrelatie, waardoor ontslag op basis van artikel 8:8 EAR gerechtvaardigd is. De rechtbank kent eiser een ontslagvergoeding toe van € 242.000,-, waarbij zij afwijkt van de gebruikelijke CRvB-formule, gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak. Daarnaast worden de proceskosten en griffierechten aan eiser vergoed.