In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Global Environmental Solutions B.V. (GES) en Host Holding B.V. GES vorderde schadevergoeding van Host, stellende dat Host onrechtmatig had gehandeld door ex-werknemers van haar dochtermaatschappij DMT US in dienst te nemen. GES stelde dat deze ex-werknemers wanprestatie pleegden jegens DMT US, wat schade veroorzaakte voor GES. De rechtbank oordeelde echter dat GES niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar vorderingen, omdat de schade in hoofdzaak was geleden door DMT US en niet door GES zelf. De rechtbank benadrukte dat alleen de vennootschap die schade heeft geleden, in dit geval DMT US, een vordering kan indienen. GES had onvoldoende onderbouwd dat er sprake was van onzorgvuldig handelen van Host specifiek jegens GES. De rechtbank concludeerde dat de verkeerde partij was gedagvaard en dat de dochtermaatschappij van Host in rechte moest worden betrokken. GES werd veroordeeld in de proceskosten.